Let erop dat de elektrische kabel zich, tijdens het snijden,
steeds achter uw rug bevindt en langs de kant van het gazon
dat reeds gemaaid werd.
Het gazon zal er beter uitzien als het steeds op dezelfde
hoogte en afwisselend in de twee richtingen gemaaid wordt.
Wanneer de opvangzak te vol wordt, wordt het gras niet meer
efficiënt opgevangen en verandert het geluid van de gras-
maaier.
Om de opvangzak te verwijderen en te ledigen,
– de schakelhendel loslaten en wachten tot de snij-inrich-
ting stil staat;
– de achterste aflaatbeveiliging (2) omhoog plaatsen, de
handgreep vastnemen en de opvangzak verwijderen; de
opvangzak rechtop houden.
• In geval van "mulching": vermijd steeds grote hoeveel-
heden gras af te snijden. Maai nooit meer dan een derde
van de totale hoogte van het gras in een enkele beurt! Pas
de rijsnelheid aan de toestand van het grasveld en de hoe-
veelheid gemaaid gras aan.
Raadgevingen voor de zorg van het gazon
Iedere soort gras heeft verschillende kenmerken en er kun-
nen dus verschillende werkwijzen nodig zijn om het gazon te
verzorgen; lees steeds de aanwijzingen op de zaadverpak-
kingen met betrekking op de maaihoogte, en al naargelang
de groeicondities van de zone waar men werkt.
Houd er rekening mee dat de meeste soorten gras uit een
steel en een of meerdere bladeren bestaan. Als de bladeren
volledig afgemaaid worden, wordt het gazon beschadigd en
zal het moeilijker teruggroeien.
Over het algemeen, gelden de volgende aanwijzingen:
– een te laag maainiveau veroorzaakt scheuren en leegtes in
het grasveld, en een "gevlekt" aspect";
– in de zomer, moet het gras hoger gemaaid worden om te
vermijden dat het terrein uitdroogt;
– maai het gras niet wanneer het nat is; dit zou de werkzaam-
heid van de snij-inrichting verminderen omwille van het
gras dat eraan vastkleeft en zou scheuren in het grasveld
veroorzaken;
– indien het gras bijzonder hoog is, is het raadzaam eerst op
de maximaal toegestane hoogte te maaien en vervolgens
een tweede maaibeurt te doen na twee of drie dagen.
3.4 Na het werken
Na het werk, laat men de hendel (1), ofwel beide hendels
(1a) los.
EERST de stekker uit het stopcontact (2) trekken en DAARNA
het snoer van de schakelaar van de grasmaaimachine (3)
loskoppelen.
WACHTEN TOT DE SNIJ-INRICHTING STIL STAAT, voor-
aleer eender welke ingreep uit te voeren op de grasmaaier.
BELANGRIJK Indien de motor tijdens het werk stopt we-
gens oververhitting, moet men 5 minuten wachten vooraleer
deze weer op te starten.
4. GEWOON ONDERHOUD
Bewaar de grasmaaier op een droge plaats.
BELANGRIJK Een regelmatig en zorgzaam onderhoud is
onontbeerlijk om de veiligheid en originele performances van
de machine mettertijd te behouden.
Iedere ingreep voor afstelling of onderhoud moet uitgevoerd
worden bij stilstaande motor, terwijl de machine losgekoppeld
is van het elektrisch net.
1) Draag robuuste werkhandschoenen bij alle ingrepen voor
reiniging, onderhoud of afstelling van de machine.
2) Verwijder, na iedere maaibeurt, de resten van gras en
modder die binnen het chassis opgestapeld worden om te
vermijden dat deze resten, wanneer ze opdrogen, een vol-
gend opstarten moeilijk maken.
3) Verzeker u er steeds van dat de luchtgaten vrij zijn van
afval.
4.1 Verticale opslag (Model 380 - 420)
Indien nodig, kan de machine verticaal opgeborgen worden,
door ze aan een haak te hangen.
LET OP!
Verzeker u ervan dat de haak en zijn be-
vestigingssysteem geschikt zijn en in staat zijn het ge-
wicht van de machine te dragen; wees voorzichtig en let
goed op dat er geen kinderen of dieren op de machine
kruipen, die de belasting van de haak zouden verhogen.
Haak de machine zo vast dat de snij-inrichting naar een
wand gericht is of degelijk bedekt is, zodat dit geen ge-
vaar kan vormen in geval van, ook onvoorziene of on-
gewilde, aanraking door personen, kinderen of dieren.
Om de machine verticaal te plaatsen, zet men de handvaten
(1 - Type "III") los of draait men de knopjes los (2 – Type "IV")
en draait men de steel vooruit zodat de tand die gekenmerkt
is met «>» UITSLUITEND overeenstemt met de holte van de
vertanding die aangegeven is met «S», blokkeer dan de hand-
vaten (1 - Type "III") of de knopjes (2 – Type "IV").
De positie moet voor beide zijden gelijk zijn.
4.2 Onderhoud van de snij-inrichting
Iedere ingreep aan de snij-inrichting kan het best steeds door
een gespecialiseerd centrum uitgevoerd worden, dat over het
meest geschikte gereedschap beschikt.
Voor deze machine is het gebruik van een snij-inrichting voor-
zien met de code die aangegeven is in de tabel op pagina ii.
Gezien de ontwikkeling van het product, kan de boven ver-
melde snij-inrichtingen in de loop van de tijd vervangen wor-
den door een andere, met soortgelijke eigenschappen voor
wat betreft verwisselbaarheid en functionele veiligheid.
Monteer de snij-inrichting (2) weer met de code naar de grond
gericht, in de volgorde die aangegeven is op de afbeelding.
Klem de centrale schroef (1) met een dynamometersleutel,
afgesteld op 30 Nm( voor model 340) of op 16-20 Nm (voor
model 380 – 420).
4.3 Reiniging van de machine
Gebruik geen waterstralen en vermijd de motor en de elektri-
sche onderdelen nat te maken.
Gebruik geen agressieve vloeistoffen voor de reiniging van
het chassis.
4.4 Reiniging van de luchttoevoer
Verwijder eens per maand het stof en de grasresten uit de
luchttoevoer, door perslucht te blazen ter hoogte van het
rooster.
6