602
Externe parameter CH1, CH2, CH3, CH4
Maakt het mogelijk externe parameter 1 te reguleren
(minimale waarde, maximale waarde, waarde ingesteld
door de fabriek, geselecteerde parameter).
(Raadpleeg het gedeelte Externe controle reguleren).
606
U/D toorts
Maakt de besturing mogelijk van de externe parameter
(CH1) (geselecteerde parameter).
751
Stroom aflezen
Toont de werkelijke waarde van de lasstroom.
752
Voltage aflezen
Toont de werkelijke waarde van het las voltage.
755
Gasstroom aflezen
Maakt het tonen van de werkelijke waarde van de gas-
stroom mogelijk.
757
Draadsnelheid aflezen
Encoder motor 1 inlezen.
760
Motorstroom aflezen
Toont de werkelijke waarde van de motorstroom.
765
Temperatuur koelvloeistof aflezen
Toont de werkelijke waarde van de temperatuur koel-
vloeistof.
801
Bewaken van de limieten
Maakt het instellen mogelijk van de waarschuwings-
grens en van de bewaking van de limieten.
Maakt een accurate controle mogelijk van de diverse las
fases.(raadpleeg het gedeelte bewaken van de limieten).
851
Booglassen mogelijkheid
On= Geactiveerd, Uit=Gedeactiveerd
Lijst parameter set up (MIG/MAG - Pulserend MIG/MAG)
0
Opslaan en afsluiten
Om de wijzigingen op te slaan en de parameter te ver-
laten.
1
Reset
Om alle parameter weer op de fabrieksinstelling terug
te brengen.
2
Synergie
Zorgt voor de keuze van het handmatig MIG (
of synergisch MIG proces (
van het soort materiaal dat gelast moet worden.
(Raadpleeg het gedeelte synergische lijnen scherm).
3
Draadsnelheid
Maakt de regeling mogelijk van de snelheid van de
draadtoevoer.
Minimaal 0.5 m/min., maximaal 22 m/min.
4
Stroom
Maakt het mogelijk de lasstroom te regelen.
Minimaal 6A, maximaal Imax
5
Dikte van het onderdeel
Maakt het mogelijk dat de dikte van het deel dat wordt
gelast ingesteld wordt. Maakt de instelling mogelijk van
het systeem doormiddel van het reguleren van het te
lassen deel.
6
Hoeklasnaad
Hiermee wordt de diepte ingesteld van de lasnaad bij
een hoekaansluiting.
7
Booglengte
Maakt de regeling mogelijk van de lengte van de boog
tijdens het lassen.
Minimum -5.0, maximum +5.0, fabrieksinstelling syn
10
11
12
15
16
19
20
)
) door het instellen
21
22
Voor gas
Om de gasstroom vóór de ontsteking van de boog in te
stellen en te regelen.
Om de toorts met gas te vullen en de werkplek gereed
te maken voor het lassen.
Minimaal uit, maximaal 25 sec., fabrieksinstelling 0.1 sec.
Soft start
Om de draadsnelheid in te stellen en te regelen vóór u
de boog ontsteekt.
Uitgedrukt in %van de ingestelde draadsnelheid.
Voor een ontsteking met lagere snelheid en dus soepe-
ler en m et minder spetters.
Minimaal 10%, maximaal 100%, fabrieksinstelling 50%
Motor opbouw
Voor een geleidelijke overgang van de draadsnelheid bij
ontsteken en lassen.
Minimaal uit, maximaal 1.0 sec., fabrieksinstelling uit
Terug branden
Voor de regeling van de tijd dat de draad brandt waar-
door vastplakken aan het einde van het lassen wordt
voorkomen.
Voor de regeling van de lengte van het stuk draad bui-
ten de toorts.
Minimaal -2.00, maximaal +2.00, fabrieksinstelling 0.00
Na gas
Voor het instellen en regelen van de gastoevoer na het
lassen.
Minimaal uit, maximaal 10 sec., fabrieksinstelling 2 sec.
Duty cycle (dubbelpuls)
Maakt het regelen van de duty cycle in dubbelpuls
mogelijk.Parameter instelling: percentage (%).
Minimaal 10%, maximaal 90%, fabrieksinstelling 50%
Dubbel puls
Maakt het gebruik mogelijk van de 'dubbel puls' functie.
Maakt her regelen van de wijdte van de pulsatie mogelijk.
Parameter instelling: percentage (%).
Minimaal 0%, maximaal 100%, fabrieksinstelling ±25%
Parameterinstelling: meter per minuut (m/min).
Minimaal 0.5m/min, maximaal 22m/min, fabrieksinstel-
ling 2.5m/min
Pulsfrequentie
Maakt het mogelijk de frequentie van de impuls te rege-
len.
Minimaal 0.1Hz, maximaal 5.0Hz, fabrieksinstelling
2.0Hz
Secundaire voltage
Maakt de regeling mogelijk van het voltage van het
secondaire pulsering niveau.
Hierdoor kan grotere boog vastheid worden verkregen
gedurende de verschillende fases van het pulseren.
Minimaal -5.0, maximaal +5.0, fabrieksinstelling syn
207