Transport
GEVAAR
Transportschade!
Neem het leeggewicht (transportge-
wicht) van het apparaat bij het transpor-
teren op aanhangwagens of voertuigen
in acht.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
Apparaat aan de vastsjorpunten (4x)
met spankabels, koorden of kettingen
zekeren.
Apparaat aan de wielen met spieën
vastzetten.
Klem de batterij af bij het transport van
de veegmachine.
Opslag/stillegging
Zet de veegmachine weg op een effen
oppervlak in een droge, vorstvrije om-
geving. Bescherm tegen stof met af-
dekmateriaal.
Keerrol en zijbezems ophalen om de
borstels niet te beschadigen.
Sluit het reservoirdeksel.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
Veegmachine tegen wegrollen beveili-
gen.
Als de veegmachine gedurende lange tijd
niet gebruikt wordt, moet tevens het vol-
gende in acht genomen worden:
Motorolie verversen.
Wanneer vorst verwacht wordt, koelwa-
ter laten weglopen of controleren of vol-
doende antivriesmiddel in de koelvloei-
stof zit.
Veegmachine aan de binnen- en bui-
tenkant reinigen.
Accu afklemmen.
Batterij opladen en na ongeveer 2
maanden opnieuw herladen.
Onderhoud
Algemene aanwijzingen
LET OP
Beschadigingsgevaar!
De Stoffilter niet uitwassen.
Reparaties mogen uitsluitend door
goedgekeurde klantenservicewerk-
plaatsen of door vaklui voor dit gebied
worden uitgevoerd die met de betref-
fende veiligheidsvoorschriften ver-
trouwd zijn.
Mobiel commercieel geëxploiteerde ap-
paratuur dient volgens VDE 0701 op
veiligheid te worden gecontroleerd.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
Reiniging
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar!
Het schoonmaken van het apparaat
mag niet met een waterslang of hoge-
drukstraal gebeuren (gevaar van kort-
sluiting of andere schades).
Reiniging binnenkant apparaat
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
Draag een stofmasker en een veilig-
heidsbril.
Apparaat met een doek reinigen.
Apparaat met perslucht uitblazen.
Reiniging buitenkant apparaat
Apparaat met een vochtige, in een mild
zeepsopje gedrenkte doek reinigen.
Instructie: Geen agressieve reinigings-
middelen gebruiken.
Onderhoudsintervallen
Instructie: De bedrijfsurenteller geeft het
tijdstip van de onderhoudsintervallen aan.
Onderhoud door de klant
Instructie: Alle service- en onderhouds-
werken bij onderhoud door de klant, dienen
door een gekwalificeerde vakman uitge-
voerd te worden. Indien nodig kan altijd een
Kärcher-specialist geraadpleegd worden.
Onderhoud dagelijks:
Vloeistofpeil van de brandstoftank con-
troleren.
Motoroliepeil controleren.
Controleer het vulniveau in het koelmid-
del-compensatievat.
Keerwals en zijborstel controleren op
slijtage en in elkaar gewikkelde ban-
den.
Brandstoffilter controleren.
Centrifugaalseparator en luchtfilter con-
troleren, zo nodig reinigen.
Werking van alle bedieningsonderdelen
controleren.
Apparaat op beschadigingen controle-
ren.
Onderhoud wekelijks:
Radiateur reinigen.
Hydraulische-oliekoeler reinigen.
Hydraulisch systeem controleren.
Oliepeil van het hydraulisch systeem
controleren.
Remvloeistofpeil controleren.
Pakkingranden op slijtage controleren,
indien nodig vervangen
Reservoirklep controleren en smeren.
Onderhoud alle 50 bedrijfsuren:
Water uit de waterafscheider Diesel af-
laten
Onderhoud na slijtage:
Afdichtlijsten vervangen.
Zijdelingse afdichtstroken bijstellen,
eventueel vervangen.
Veegrol vervangen.
Zijbezems vervangen.
NL
7
-
Instructie: Beschrijving zie hoofdstuk On-
derhoudswerkzaamheden.
Onderhoud door de klantenservice
Instructie: Om aanspraken op garantie te
behouden, moeten tijdens de garantietijd
alle service- en onderhoudswerken door de
geautoriseerde Kärcher-klantendienst
overeenkomstig het onderhoudsboekje ge-
daan worden.
Onderhoud na 50 bedrijfsuren:
Laat het eerste onderhoud van het ap-
paraat conform de inspectiechecklijst
door de klantenservice uitvoeren.
Onderhoud na 250/500/1000/1500/2000
bedrijfsuren:
Laat het onderhoud conform inspectie-
checklijst door de klantenservice uit-
voeren.
Onderhoudswerkzaamheden
Voorbereiding:
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
Algemene veiligheidsinstructies
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
Breng de veiligheidsstang bij een opge-
tild vuilreservoir altijd aan.
Voer de beveiliging enkel uit buiten de
gevarenzone.
1 Houder veiligheidsstang
2 Veiligheidsstang
Veiligheidsstang voor hoogleging naar
boven klappen en in de houder steken
(beveiligd).
Motorolie, stookolie, diesel en
benzine niet in het milieu te-
recht laten komen. Gelieve bo-
dem te beschermen en oude
olie op een milieuvriendelijke
manier tot afval verwerken.
Veiligheidsvoorschriften accu's
Let bij de omgang met accu's absoluut op
de volgende waarschuwingstip:
Aanwijzingen voor de accu, in
de gebruiksaanwijzing en in de
voertuighandleiding opvolgen!
Veiligheidsbril dragen!
69