7.
Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
8.
Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wanneer
hij zwaar beschadigd of volledig versleten is. De
accu kan namelijk ontploffen in het vuur.
9.
Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en hem niet blootstelt aan schokken of stoten.
10. Gebruik een accu niet meer nadat deze is geval-
len of gestoten.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
Tips voor een maximale levensduur van de accu
1.
Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de
accu op telkens wanneer u vaststelt dat het ver-
mogen van het gereedschap is afgenomen.
2.
Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw
op. Als u de accu te veel oplaadt, zal hij minder
lang meegaan.
3.
Laad de accu op bij een kamertemperatuur tus-
sen 10°C en 40°C. Laat een warme accu afkoelen
alvorens hem op te laden.
4.
Laad de nikkel-metaalhydride accu op telkens
wanneer u hem langer dan zes maanden niet
hebt gebruikt.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap af te stellen of te controleren.
Installeren of verwijderen van de accu (Fig. 1)
• Schakel het gereedschap altijd uit alvorens de accu te
installeren of te verwijderen.
• Om de accu eruit te halen trekt u de vergrendelplaat op
het gereedschap naar buiten en pakt u de accu aan
beide zijkanten vast om deze uit het gereedschap te
trekken.
• Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Duw vervolgens de vergrendelplaat terug op
zijn plaats. Zorg ervoor dat u de vergrendelplaat volle-
dig sluit alvorens het gereedschap weer te gebruiken
om te voorkomen dat de accu per ongeluk uit het
gereedschap valt.
• Als de accu moeilijk in de houder gaat, mag u niet pro-
beren hem met geweld erin te duwen. Indien de accu
er niet gemakkelijk ingaat, betekent dit dat u hem niet
op de juiste wijze erin steekt.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 2)
LET OP:
• Alvorens de accu in het gereedschap te plaatsen, moet
u altijd controleren of de trekschakelaar juist werkt en
bij het loslaten naar de "OFF" positie terugkeert.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u gewoon de
trekschakelaar in. Hoe dieper de trekschakelaar wordt
ingedrukt, hoe sneller het gereedschap draait. Om het
gereedschap uit te schakelen, de trekschakelaar losla-
ten.
18
All manuals and user guides at all-guides.com
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 3)
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerschake-
laar in vanaf zijde A voor rechtse draairichting, of vanaf
zijde B voor linkse draairichting.
Wanneer deze schakelaar in de neutrale stand staat, kan
de trekschakelaar niet worden ingedrukt.
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het gereed-
• Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
Overbelastingsbeveiliging (Fig. 4)
De overbelastingsbeveiliging schakelt het gereedschap
automatisch uit en de knop springt naar buiten wanneer
zwaar werk langdurig wordt uitgevoerd. Wacht 20 tot 30
seconden en druk daarna op de terugstelknop om verder
te kunnen werken. Echter, voordat u op de terugstelknop
drukt, moet het gereedschap worden uitgeschakeld.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
Installeren of verwijderen van de schroefbit of
boor (Fig. 5)
Houd de ring vast en draai de bus naar links om de klau-
wen van de boorkop te openen. Steek de boor of
schroefbit zo ver mogelijk in de boorkop. Houd daarna de
ring weer stevig vast en draai de bus naar rechts om de
boorkop vast te zetten.
Om de boor of schroefbit te verwijderen, houdt u de ring
vast en draait u de bus naar links.
BEDIENING
Indraaien van schroeven (Fig. 6)
Plaats de punt van de schroefbit in de schroefkop en
oefen druk op het gereedschap uit. Begin met lage snel-
heid en voer dan de snelheid geleidelijk op. Laat de trek-
schakelaar los als de schroef volledig is ingedraaid.
Indien u dit nalaat, krijgt u een lelijk gat en kan de schroef
en/of de schroefbit beschadigd worden.
LET OP:
• Zorg ervoor dat u de schroefbit recht op de schroefkop
schap te gebruiken.
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Indien u de draairichting verandert terwijl de boor
nog draait, kan het gereedschap beschadigd raken.
wanneer u het gereedschap niet gebruikt.
en de accu is losgekoppeld vooraleer onderhoud uit te
voeren aan het gereedschap.
plaatst, aangezien anders de schroef en/of de schroef-
bit beschadigd kan worden.