Bedrijfsmodi
0/OFF = Uit
1 Werken met koud water
2 Eco-modus (heet water max. 60 °C)
3 Werken met heet water / stoom
Apparaat inschakelen
Apparaatschakelaar op de gewenste
bedrijfsmodus instellen.
Controlelampje klaar voor bedrijf licht op.
Het apparaat draait kort en schakelt uit zo-
dra de werkdruk bereikt is.
Instructie: Lichten tijdens de werking de
controlelampjes pomp, draairichting, sto-
ring brander of motor op, het apparaat met-
een afzetten en de storing oplossen, zie
"Hulp bij storingen".
Handspuitpistool ontgrendelen, daar-
voor de vergrendelingspal naar achte-
ren schuiven.
Bij bediening van het handspuitpistool
schakelt het apparaat opnieuw in.
Instructie: Komt er geen water uit de sproei-
er, de pomp ontluchten. Zie Hulp bij storin-
gen - "Het apparaat bouwt geen druk op".
Reinigingstemperatuur instellen
De temperatuurregelaar op de gewens-
te temperatuur instellen.
30 °C tot 98 °C:
– Met heet water reinigen.
100 °C tot 150 °C:
– Met stoom reinigen.
Hogedruksproeier (roestvrij staal) door
stoomsproeier (messing) vervangen
(zie "Werking met stoom").
82
Werkdruk en volume instellen
Druk-/volumeregeling aan de
pompeenheid
De reguleringsspindel in de richting van
de wijzers van de klok draaien: De
werkdruk verhogen (MAX).
De reguleringsspindel tegen de wijzers
van de klok in draaien: De werkdruk re-
duceren (MIN).
Druk-/volumeregeling aan het
handspuitpistool
Temperatuurregelaar op max. 98 °C in-
stellen.
Werkdruk aan de druk-/hoeveelheids-
regeling van de pompeenheid instellen
op maximumwaarde.
Werkdruk en volume door draaien
(traploos) van de druk-/volumeregeling
aan het handspuitpistool instellen (+/-).
GEVAAR
Gevaar voor letsel! Let er bij het instellen
van de druk-/hoeveelheidsregeling op dat
de schroefverbinding van de straalbuis niet
loskomt.
Opmerking: Wanneer langdurig met gere-
duceerde druk moet worden gewerkt, de
druk aan de druk-/hoeveelheidsregeling
van de pompeenheid instellen.
Werken met reinigingsmiddel
– Ter milieubescherming zuinig omsprin-
gen met reinigingsmiddelen.
– Het reinigingsmiddel moet geschikt zijn
voor het te reinigen oppervlak.
Met behulp van het reinigingsmiddel-
doseerapparaat de concentratie van
het reinigingsmiddel volgens de gege-
vens van de fabrikant inschakelen.
Instructie: Richtwaarden aan het bedie-
ningspaneel bij een maximale werkdruk.
Druk/temperatuur en reinigingsmiddel-
concentratie instellen volgens het te rei-
nigen oppervlak.
NL
– 7
Reinigen