INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig
werk aan het gereedschap uit te voeren.
Opbergen van de dopsleutel (Fig. 17)
Berg de dopsleutel op zoals afgebeeld. Trek de dopsleu-
tel uit de sleutelhouder wanneer u hem wilt gebruiken.
Breng hem na het gebruik weer aan in de sleutelhouder.
Installeren of verwijderen van het zaagblad
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens het
zaagblad te installeren of te verwijderen.
• Gebruik voor het installeren of verwijderen van het
zaagblad uitsluitend de bijgeleverde Makita dopsleutel.
Doet u dit niet, dan kan de zeskante bout te vast of te
los worden aangedraaid, hetgeen persoonlijke verwon-
ding kan veroorzaken.
Druk de aanslagpen naar binnen om het handvat in de
omhoogpositie te vergrendelen. (Fig. 18)
Gebruik de dopsleutel om de zeskante bout, die de mid-
denkap op zijn plaats houdt, naar links los te draaien.
Breng de veiligheidskap en de middenkap omhoog.
(Fig. 19)
Druk de asvergrendeling in om de as te vergrendelen en
draai met de dopsleutel de zeskante bout naar rechts los.
Verwijder vervolgens de zeskante bout, de buitenflens en
het zaagblad. (Fig. 20)
Om het zaagblad te installeren, monteert u het zaagblad
op de as, ervoor zorgend dat de pijltjes op het zaagblad
en op de zaagbladkast in dezelfde richting wijzen. Mon-
teer de buitenflens en de zeskante bout, en draai met de
dopsleutel de zeskante bout (linkse schroefdraad) stevig
naar links vast terwijl u daarbij de asvergrendeling inge-
drukt houdt. (Fig. 21)
Voor alle niet-Europese landen
LET OP:
• De zwarte ring (25 mm buitendiameter) en de zilverring
(25,4 mm buitendiameter) zijn in de fabriek op de as
gemonteerd zoals afgebeeld. Bij gebruik van een zaag-
blad met een 25 mm asgatdiameter, dient u de zilver-
ring door de zwarte ring te vervangen. Alvorens het
zaagblad op de as te monteren, moet u altijd controle-
ren of de juiste ring, voor het asgat van het blad dat u
gaat gebruiken, tussen de binnenflens en buitenflens
op de as is gemonteerd. (Fig. 22)
Voor Europese landen
LET OP:
• De ring met een buitendiameter van 30 mm werd in de
fabriek tussen de binnenflens en buitenflens gemon-
teerd.
Breng de veiligheidskap en de middenkap terug naar hun
oorspronkelijke positie. Draai daarna de zeskante bout
naar rechts vast om de middenkap vast te zetten. Trek de
aanslagpen naar buiten om het handvat uit de omhoog-
positie te halen. Breng het handvat naar omlaag om te
controleren of de veiligheidskap goed beweegt. Zet de
asvergrendeling in de vrije stand alvorens te gaan zagen.
(Fig. 23)
54
Stofzak (Fig. 24)
Door de stofzak te gebruiken wordt het zaagsel opgevan-
gen zodat u schoon kunt werken. Om de stofzak te
bevestigen, steekt u het verbindingsstuk in de stofuitlaat
op de zaagbladkast en monteert u de inlaat van de stof-
zak over het verbindingsstuk.
Wanneer de stofzak ongeveer halfvol is, verwijdert u hem
van het gereedschap en trekt u de sluitstrip eruit. Maak
de stofzak leeg en tik er lichtjes op voor het verwijderen
van achtergebleven stofdeeltjes die de stofopvang zou-
den kunnen belemmeren.
OPMERKING:
• U kunt doeltreffender en schoner werken door een stof-
zuiger op de zaag aan te sluiten.
Vastzetten van het werkstuk
WAARSCHUWING:
• Het is uiterst belangrijk dat u het werkstuk altijd juist en
stevig vastzet met behulp van de spanschroef. Als u dit
nalaat, kan het gereedschap beschadiging oplopen en
/of het werkstuk worden vernield. OOK KAN PER-
SOONLIJK LETSEL HET GEVOLG ZIJN. Nadat het
zagen is voltooid, mag u de zaag NIET omhoog bren-
gen voordat het zaagblad volledig tot stilstand is geko-
men.
LET OP:
• Bij het zagen van lange werkstukken, moet u steunen
gebruiken die even hoog zijn als het bovenvlak van het
draaibaar voetstuk. Verlaat u niet alleen op de verticale
en/of horizontale spanschroef om het werkstuk op zijn
plaats te houden.
Dun materiaal hangt gemakkelijk door. Ondersteun het
werkstuk over zijn hele lengte om vastklemmen van het
zaagblad en mogelijke TERUGSLAG te voorkomen.
(Fig. 25)
Hulpgeleider
Dit gereedschap is voorzien van een hulpgeleider die
normaal in de afgebeelde positie in Fig. 26 moet staan.
Wanneer u echter linkse schuine sneden wilt maken,
moet u deze geleider in de linkerpositie afgebeeld in
Fig. 27 zetten.
LET OP:
• Wanneer u linkse schuine sneden wilt zagen, moet u
de hulpgeleider naar de linkse positie schuiven zoals
afgebeeld in Fig. 27. Als u dit niet doet, zal de hulpge-
leider in aanraking komen met het zaagblad of een
ander deel van het gereedschap, hetgeen ernstige ver-
wonding van de gebruiker kan veroorzaken.
Hulpgeleider R (Fig. 28)
Normaal dient de hulpgeleider R op de rechterzijde van
de geleider te worden gemonteerd. Steek de stangen
van de hulpgeleider R in de gaten in de geleider. Trek de
schroeven aan om de hulpgeleider R vast te zetten.
LET OP:
• Gebruik nooit de hulpgeleider R wanneer u rechtse
schuine sneden wilt zagen. Als u dit doet, zal hij in aan-
raking komen met het zaagblad of een ander deel van
het gereedschap, hetgeen ernstige verwonding van de
gebruiker kan veroorzaken.