Informatie van het voorbeeld
In de jaren dertig van de vorige eeuw werd door metingen
vastgesteld dat de luchtweerstand van locomotieven door
een volledige bekleding met 50% kon worden gereduceerd.
Daarom moesten op de basis van de BR 03 de volledig be-
klede BR 03.10 gebouwd worden. 60 locomotieven van deze
serie werden in dienst gesteld.
Aangezien het drijfwerk vanwege de bekleding niet meer
goed gekoeld kon worden, werd tussentijds al snel bij enke-
le locs de bekleding verwijderd.
Na de oorlog verbleven 19 locomotieven bij de Deutschen
Reichsbahn en verder verbleven er nog 26 bij de Deut-
schen Bundesbahn. Vanwege beschadigde trajecten was
de maximumsnelheid van de sneltreinen gereduceerd.
Hierdoor werd de bekleding oneconomisch en in zijn geheel
verwijderd.
In de jaren van1957 tot 1959 werden de DR locomotieven
voorzien van een nieuwe ketel. Daarbij werd ook voor de
schoorsteen een mengvoorverwarmer ingebouwd. Alleen
de 03 1010 behield zijn oppervlakvoorverwarmer. Vanaf 1965
begon de ombouw naar oliestook.
De in het westen aanwezige locomotieven werden vanaf
1954 eveneens voorzien van een nieuwe ketel. Vanaf 1965
(DB) resp. eind van de zeventiger jaren van de vorige eeuw
(DR) werden de locomotieven van de serie 03.10 buiten
dienst gesteld. De 03 1010 is als museumlocomotief bedrijfs-
klaar behouden gebleven. Niet bedrijfsklaar zijn daarnaast
nog de 03 1090 en de 03 1015 in musea te bewonderen.
4