tenschappelijke instanties op grond van studies en
onderzoek naar de veiligheid van alle personen die
gebruik maken van een mobiele telejoon.
De veiligheidsinstructies voor blootstelling aan ra-
diojrequentie maken gebruik van een meeteenheid
die bekend is als SAT Specifiek Absorptietempo (SAR
specific absorption rate). De internationale richtlij-
nen hebben deze limiet gesteld op 2 W/kg*. Tijdens
de tests waarbij het SAT wordt vastgesteld, wordt
de telejoon in de standaard gebruiksstand gebruikt.
1
Internationale Commissie voor bescherming tegen
niet-ioniserende straling
Zeljs als het specifiek absorptietempo is vastgesteld
onder het hoogste energieniveau, kan het werkelijke
specifiek absorptietempo van de telejoon in bedrijj
veel lager zijn dan de maximum waarde.
Een telejoon is ontworpen om te junctioneren met
verschillende energieniveaus, zodat alleen de energie
wordt gebruikt die het nodig heejt om te zijn verbon-
den met het netwerk.
Bovendien moet elk telejoonmodel, voordat het in
de handel wordt gebracht, proeven ondergaan om
All manuals and user guides at all-guides.com
te garanderen dat het in overeenstemming is met
de Europese richtlijn R&TTE. Deze richtlijn vaardigt
strenge regels uit om de veiligheid te garanderen
van gebruikers en om gevaren voor de gezondheid
te voorkomen.
De maximale SAT-waarde getest np dit mndel vnnr
gebruik in de buurt van het nnr is 0.378 W/kg en
0.966 W/kg vnnr gebruik in de buurt van het
lichaam, np een afstand van minstens 1,5 cm. Het
voldoet aan de regels voor blootstelling aan radiojre-
quentie, wanneer het wordt gebruikt in zijn normale
positie op oorhoogte oj op een ajstand van ten min-
ste 1,5 cm van het lichaam. Voor het verzenden van
bestanden, data oj berichten maakt het apparaat
gebruik van een kwalitatieve netwerkverbinding.
Soms kan de overdracht van bestanden oj berichten
worden uitgesteld totdat de verbinding mogelijk is.
In dat geval moet u de instructies in acht nemen met
betrekking tot de ajstand van de transmissie. Als u
een etui, een riemclip oj een ander medium gebruikt
voor het vervoer van het apparaat, mogen deze geen