Voor het verplaatsen van de boorstander op de ondergrond, drukt u op de ontluchtingsknop
(9) in de voetplaat.
Max. boorgebied met vacuümtechniek:
De vacuümtechniek kan slechts worden toegepast op een effen ondergrond, omdat
alleen hier een vacuüm kan worden bereikt dat voldoende is. Nooit op de bepleiste-
ring aanzuigen! De boorstander kan van de muur loskomen.
Ingeval van stroomuitval zorgt er de veiligheidsketel van de vacuümpomp RODIA-VAC voor, dat
de machine nog ca. 1 à 2 minuten op de ondergrond blijft vastgezogen. Deze tijdspanne is ech-
ter heel erg afhankelijk van de dichtheid van het systeem en van de gesteldheid van de onder-
grond.
Tijdens het boren permanent de onderdruk controleren. De druk mag niet onder0,8 bar dalen!
De machine dient bij stroomuitval onmiddellijk van de muur te worden geno-
men. Gevaar voor neerstorten van de machine! Opheffen van het vacuüm! Alleen
met gering opschuifdruk werken!
De bijgevoegde gebruiksaanwijzing van de vacuümpomp lezen en begrijpen!
3.4
Bediening
Handwiel van zijkant wisselen:
Opschuifmechanisme beveiligen tegen onbedoeld verplaatsen! Met de arrêteerknop (1)
de opschuifeenheid borgen.
De zwarte wartelmoer terugtrekken en de steekgreep (11) verwijderen.
Op de gewenste zijde steken en opnieuw met de wartelmoer borgen.
Boorhoek instellen:
De knevelgreep (7) losdraaien en de geleidingskolom (3) instellen op de gewenste hoek
(75° - 60° - 45°).
De knevelgreep (7) opnieuw vastzetten.
Diamantboormachine aanbrengen:
Opschuifmechanisme beveiligen tegen onbedoeld verplaatsen! Met de arrêteerknop (1)
de opschuifeenheid borgen.
RODIACUT 150: De motor van de bovenkant in de houder (2) van de boorstander plaatsen
en met behulp van de schroef bevestigen.
RODIACUT 250: De motor van de bovenkant tot de aanslag (15) in de opschuifeenheid (10)
van de boorstander schuiven en met de beide stergrepen (14) bevestigen.
Om te verwijderen, in omgekeerde volgorde te werk gaan.
Diepteaanslag instellen:
De schroef van de diepteaanslag (4) losmaken en de gewenste boordiepte instellen.
De schroef opnieuw goed vastzetten.
Waterafzuiginrichting (toebehoren afbeelding B-4):
RODIACUT 150: De beide voorste ringschroeven (5) uitdraaien. De wartelmoeren van de
waterafzuiginrichting op de ringschroeven draaien en opnieuw in de bodemplaat plaatsen.
RODIACUT 250: De beide schroeven met wartelmoeren van de waterafzuiginrichting in de
daarvoor bestemde boringen (19) in de bodemplaat indraaien.
De waterafzuiginrichting met de klik-in-sluiting via de ringschroeven (5) of schroeven inklik-
ken en met wartelmoeren vastzetten.
Waterzuiger aansluiten en de zuigslang op het aansluitstuk van de waterafzuigring aan-
brengen.
Voor de watertoevoer zorgen.
–
Slangtoevoer direct op de waterleiding, of
46
horizontaal
verticaal
NEDERLANDS
Ø 150 mm
Ø 250 mm