nEDERLanDs
-
Bekijk de instelling van de freesdiepte en de freesbreedte die wordt weergegeven op
Afb. G.
3. Lees de uiteindelijke dikte van uw werkstuk af op de diepteafstellingsschaal
4. Zorg ervoor dat het materiaal zich onder de materiaalverwijderingsmeter
Lees op de schaalverdeling voor verwijdering van materiaal
verwijderd (Afb. D4).
5. Vergrendel de vergrendelingshefboom van de kop
Fijnafstelling (Afb. D2)
Fijnafstellingen zijn bij uitstek geschikt voor het schaven van kleine hoeveelheden van
geschaafd materiaal. Bijvoorbeeld, als uw geschaafde werkstuk 77,5 mm is en 76,0 mm moet
zijn, ga dan als volgt te werk:
1. Draai het cirkelvormige label
22
tot het merkteken 0 tegenover de pijl
geen andere afstellingen uit.
2. Draai de hendel van de diepteafstelling
gelijk staat met de pijl.
3. Frees uw werkstuk. De uiteindelijke dikte is nu 76,0 mm.
Dieptestop (Afb. A2, D3, D5)
De dieptestop
15
(Afb. A2) kan worden gebruikt voor het herhaaldelijk frezen van vooraf
ingestelde dieptes. Er zijn stops voor 0, 6, 12 en 19 mm.
Gebruik de 0 mm‑stop voor freesdiepten tussen 3,2 en 6 mm.
1. Draai de dieptestop tot de gewenste maat wordt aangegeven.
2. Ontgrendel de vergrendelingshefboom van de kop
diepteafstelling naar rechts tot deze de dieptestop raakt. Draai de hendel niet verder.
Gebruik de 19 mm‑stop voor andere dikten. Dit heeft geen gevolgen
voor de andere instellingen van de dieptestop.
1. Ontgrendel de vergrendelingshefboom van de kop
diepteafstelling
3
naar rechts zodat de kop volledig omhoog komt.
2. Draai de moer
24
los en stel de diepteafstellingsbout
3. Draai de hendel voor diepteafstelling tot deze de dieptestop raakt. Draai de hendel
niet verder.
4. Frees uw werkstuk en controleer de dikte. Voer aanvullende aanpassingen uit
indien vereist.
De diepteafstellingsschaal kalibreren (Afb. D3)
De diepteafstellingsschaal
8
is in de fabriek afgesteld. Bij langdurig gebruik wordt aangeraden
dat u de nauwkeurigheid van de schaal controleert.
Frees een stuk hout en noteer de meting op de diepteafstellingsschaal
Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is:
1. Draai de schroeven
34
los.
2. Stel de indicator
35
af tot de uitlezing overeenstemt met de uiteindelijke dikte van
het werkstuk.
3. Draai de schroeven
34
stevig vast.
Vraag uw dealer om nadere informatie over de juiste accessoires. Dit zijn onder meer
reservebeitels (1004540 ‑00).
Beitels vervangen (Afb. A1, A2, E1–E5)
WAARSCHUWING: Gebruik alleen beitels die zijn ontworpen voor deze machine.
WAARSCHUWING: Draag handschoenen tijdens het vervangen van beitels, omwille van
de scherpe randen.
Uw DW733 is uitgerust met een beitelkop met daarin twee beitels. Neem voor nieuwe beitels
contact op met D
WALT of een erkende servicefirma.
e
WAARSCHUWING: Scherpe randen.
WAARSCHUWING: De beitels kunnen worden geslepen tot maximaal 3 mm van hun
oorspronkelijke grootte is afgeslepen. Als de grootte van de beitel met 3 mm is afgenomen,
moeten de beitels worden vervangen. De beitels kunnen weer worden geslepen onder een
hoek van 42 °.
De beitels verwijderen (Fig. A1, A2, E1–E4)
1. Ontgrendel de vergrendelingshefboom van de kop
2. Stel de schaafdiepte af tot ongeveer 75 mm.
3. Zet de drie schroeven
41
los en draai en verwijder vervolgens de aansluiting voor de
stofafzuiging
14
(Afb. A2).
4. Verwijder de twee inbusschroeven
26
zodat u bij de beitels kunt.
5. Draai voorzichtig de beitelkop
(Afb. E4) tot de eerste beitel zichtbaar wordt.
31
6. Vergrendel de vergrendelingshefboom van de kop
7. Draai de zeven klemschroeven van de beitel (
bijgeleverde steeksleutel.
8. Neem de beitel uit de beitelkop zodat u deze kunt slijpen of vervangen.
9. Druk op de vergrendelingshefboom van de beitelkop
langzaam tot u de andere beitel kunt verwijderen.
De beitels vervangen (Afb. E2–E5)
WAARSCHUWING: Controleer dat de beitels goed zijn afgesteld. Laat de beitels niet meer
uitsteken uit de beitelkop dan 1,1 mm.
38
8
(Afb. D3).
21
bevindt.
9
af hoeveel hout wordt
2
(Afb. D3).
23
staat. Voer
3
naar rechts tot het merkteken voor 1,5 mm
2
(Afb. D3) en draai de hendel van de
2
en draai de hendel van de
25
in zoals vereist (Afb. D5).
8
.
2
(Afb. A1).
(Afb. E1) en de gereedschapsbak
13
(Afb. A2)
2
(Afb. A1).
27
,
29
) (Afb. E2) los met de
30
(Afb. E3) en draai de beitelkop
OpMERkIng: Zorg er, vóór het installeren van de beitel, voor dat de beitelkop en de beitel
niet vervuild zijn; maak ze schoon indien nodig.
1. Plaats de beitelkop
31
zoals op Afbeelding E4 wordt weergegeven.
2. Plaats de beitel in de beitelkop en let erop dat de kop van de hoogteafstellingsschroef
(Afb. E4) in de beitelsleuf past.
3. Draai de zeven schroeven (
27
,
29
) (Afb. E2) op de beitelklem, tegen de beitel los, zodat u
de hoogte van de beitel kunt afstellen.
4. Plaats de meter
33
(Afb. E4) op de beitelkop, zo dicht mogelijk bij de
hoogteafstellingsschroef
28
, maar wel zo dat u de inbussleutel nog kunt bewegen.
5. Draai één hoogteafstellingsschroef
28
meter raakt
33
(Afb. E5). Herhaal de procedure met de andere hoogteafstellingschroef.
Controleer dat de beitelhoogte gelijk is. Herhaal deze procedure indien nodig.
6. Draai de twee eindklemschroeven
29
7. Verwijder de meter en draai de vijf middelste klemschroeven
8. Druk op de vergrendelingshefboom van de beitelkop
beitelkop langzaam tot u de andere beitel kunt vervangen volgens de hierboven
beschreven procedure.
BEDIENING
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Beperk het gevaar van ernstig persoonlijk letsel, schakel het
gereedschap uit en koppel het los van de stroomvoorziening, voordat u een
aanpassing uitvoert of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert. Een
onvoorziene opstart kan letsels veroorzaken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor het werkstuk aan
de uitvoerzijde.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities
waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo
worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de
machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk.
Het werkstuk mag alleen in de machine worden ingebracht via de kant waar de
stroomonderbreker zich bevindt. Let op de pijl bovenop het apparaat.
Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur niet
te koud is, de machine en de accessoires goed zijn onderhouden en dat de omvang van het
werkstuk geschikt is voor deze machine.
In‑ en uitschakelen (Afb. F1, F2)
De Aan/Uit‑schakelaar van uw DW733 is voorzien van een circuitonderbreker. Als de motor
overbelast wordt, wordt de stroomvoorziening naar de motor afgesloten. Zet, als dit gebeurt,
de machine uit en druk op de resetknop
36
•
Het werkstuk mag geen contact maken met de beitelkop wanneer u de
machine inschakelt.
Druk, om de machine in te schakelen, op de groene startknop van de schakelaar
Het gereedschap werkt nu zonder onderbreking.
•
Laat de motor eerst volledig op snelheid komen voordat u het werkstuk aanvoert.
•
Geef de beitels ruimte om te schaven. Oefen er geen kracht op uit.
Druk om de machine uit te schakelen op de rode stopknop op de schakelaar
WAARSCHUWING: Schakel het gereedschap altijd uit wanneer het werk is voltooid en
voordat u de stekker uit het stopcontact trekt.
Frezen (Afb. G)
WAARSCHUWING:
•
Verwijder vreemde voorwerpen. Schaaf geen hout met losse knoesten. Frees geen
hout met veel knoesten of krommingen.
•
Uw DW733 werkt het best met ten minste één vlak oppervlak.
•
U bereikt de beste resultaten wanneer u beide zijden van uw werkstuk freest tot de
gewenste dikte wordt bereikt.
Volg de richtlijnen voor de spaanafname en breedte van het materiaal
zoals aangegeven in onderstaande tabel.
2,5
1,6
0,8
0
20 50
100 150
Breedte van het materiaal (mm)
WAARSCHUWING: Voer het werkstuk aan in de richting van de nerf (Afb. G).
met de inbussleutel tot de punt van de beitel de
(Afb. E2) vast tot 8,0 Nm.
27
(Afb. E2) vast tot 8,0 Nm.
30
(Afb. E3) en draai de
(Afb. F1).
1
(Afb. F2).
1
.
Zacht hout
Hard hout
200
250
300
28