NL
Nr.
Onderdeel
2
Aan/Uit-schakelaar
3
Ontgrendelingsknop
4
Laadtoestandsweergave
5
Extra handgreep met ontgrendeling-
shendel
6
Vastzethuls
7
Telescopische steel
Motorkop
8
Vergrendelingsknop voor maaikop
9
Snijkop met motor
10
Plantenbeschermingsbeugel
11
Steunwiel
12
Draadspoel
13
Afschermkap met draadafsnijder
Toebehoren
14
Gebruikshandleiding
15
Oplader met netstekker*
16
Accu*
* Niet in de leveringsomvang inbegrepen, maar
met de volgende artikelnummers verkrijgbaar: zie
technische gegevens.
3.6.1
Verstelbare telescopische steel
De grastrimmer is met een verstelbare telescopi-
sche steel uitgerust. Daarmee kan het apparaat
worden aangepast aan de lichaamslengte van de
gebruiker en kan de motorkop worden gezwenkt.
3.6.2
Zwenkbare en verstelbare maaikop
De grastrimmer is uitgerust met een zwenkbare
en in de schuinte verstelbare snijkop.
3.6.3
Tip-automaat
In de draadkop is een tip-automaat geïntegreerd,
zodat de snijdraad kan worden verlengd terwijl de
motor draait.
3.7
Leveringsomvang
Bij de leveringsomvang horen de hierna vermel-
de posities. Controleer of alle posities aanwezig
zijn:
Nr.
Onderdeel
1
Gazontrimmer GT 1825
34
Nr.
Onderdeel
2
Afschermkap met bouten
3
Reservedraadspoel
4
Gebruikshandleiding
OPMERKING De accu en lader worden niet
bijgeleverd en moeten daarom apart worden aan-
geschaft.
4 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
4.1
Veiligheidsinstructies voor de
grastrimmer
Bediener
■
Lees deze veiligheidsinstructies aandachtig
door. Maak uzelf vertrouwd met de bedie-
nings- en instelelementen en het beoogde
gebruik van het apparaat.
■
Geef kinderen of personen die deze aanwij-
zingen niet kennen, nooit toestemming om
het apparaat te gebruiken. Nationale voor-
schriften beperken mogelijkerwijs de leeftijd
van de bediener.
■
Bedien het apparaat niet als u onder invloed
staat van alcohol, drugs of geneesmiddelen.
■
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor on-
gevallen met andere personen en hun eigen-
dommen.
Voorbereiding
■
Controleer altijd voorafgaand aan het gebruik
of beschermingsvoorzieningen en -afdekkin-
gen beschadigd zijn, ontbreken of verkeerd
zijn aangebracht. Beschadigde bescher-
mingsvoorzieningen en -afdekkingen moeten
worden vervangen, ontbrekende bescher-
mingsvoorzieningen en -afdekkingen moeten
goed worden aangebracht.
■
Stel het apparaat nooit in bedrijf terwijl zich
personen, in het bijzonder kinderen, of huis-
dieren in de buurt bevinden.
■
Verwijder voor het begin van werkzaamhe-
den gevaarlijke objecten uit het werkgebied,
bijv. takken, stukken glas of metaal, stenen.
Werking
■
Draag altijd een veiligheidsbril, stevige
schoenen en een lange broek als u met het
apparaat werkt.
■
Werk niet met het apparaat bij slechte weers-
omstandigheden, vooral niet bij naderend on-
weer.
Veiligheidsinstructies
GT 1825