NL
2.
Werkwijze
2.1
Verwisselen van de draadspil (afb. 3)
•
Accu uit het apparaat verwijderen.
•
Contramoer C met dubbele steeksleutel (SW 24/27) loshalen.
•
Het mondstuk B afschroeven.
•
De schuif J tot aan de aanslag naar achteren duwen.
•
Draadspil A uitschroeven.
•
De passende draadspil A in overeenstemming brengen met de zeshoekige zijde in de
schuif J.
•
Een bij de draadafmeting passend mondstuk B met contramoer C opschroeven.
2.2
Instellen van de draadspillengte ‚X'
•
Contramoer C losdraaien.
•
Door draaien van mondstuk B de draadspillengte ‚X' op de moerlengte instellen (afbee
ding 4).
•
Bij gesloten blindklinkmoeren (afbeelding 4) de draaddiepte volledig gebruiken.
•
Mondstuk B met contramoer C met dubbele steeksleutel (SW 24/27) tegen verdraaien
licht vastzetten.
2.3
Instellen van de klinkkracht
De in te stellen kracht is afhankelijk van de blindklinkmoermaat, het blindklinkmoermateriaal
en de te klinken materialen (materiaal, boordiameter, materiaaldikte).
Het instellen van de klinkkracht wordt als volgt uitgevoerd:
1. Instelwaarde van de snelinstelkaart kiezen
2. Stel de gekozen instelwaarde in op het display
3. Voer klinktests uit en pas zo nodig de instelwaarde aan
1. Instelwaarde van de snelinstelkaart kiezen
Op de snelinstelkaart kan de juiste getalswaarde worden gekozen op basis van de blindklink-
moermaat en het blindklinkmoermateriaal
(bijv. M5 - staal
Deze richtwaarden werden bepaald met GESIPA
72
richtwaarde voor de klinkkracht 45).
blindklinkmoeren.
®