Storingen en oplossingen
De reparaties mogen uitsluitend door een gespecialiseerde technicus uitgevoerd
worden, als de Ketel uit is en het stopcontact is uitgetrokken. De vetgedrukte
werkzaamheden mogen enkel door gespecialiseerd personeel uitgevoerd worden.
Controleer de goede verbranding volgens de vorm en de kleur van de vlam
STORING
De vlam wordt dikker
aan de basis en de punt
trekt niet naar boven.
Dikke vlam met oranje
en gele boorden en
donkere punten
Bij een regelmatige verbranding moet de vlam een taps toelopende, compacte vorm hebben, met een
"levendig" karakter en met verticale punten of afgeplat tegen de achterkant van de vuurhaard.
Het moet lijken alsof de vlam naar boven wordt getrokken.
Storingen op mechanische of elektronisch gebied
STORING
De pellets
worden niet in de
verbrandingskamer
gevoerd
De Ketel gaat niet aan
MOGELIJKE OORZAKEN
1. Slechte regeling wat bepaalt
dat:
• te veel pellets aanwezig zijn.
• de ventilator te traag werkt
2. Het rookkanaal is verstopt
of er de druk verhindert die de
regelmatige afvoer van de rook
1. Verkeerde verbranding
2. Vlam met weinig zuurstof
MOGELIJKE OORZAKEN
1. Het pelletreservoir is leeg
2. De schroef is door het zaagsel
geblokkeerd
3. Reductiemotor van schroef
defect
4. Printkaart defect
5. Een van de thermostaten met
handmatige reset werd op gang
gebracht
1. Bougie niet op zijn plaats
2. Elektrische stoom ontbreekt 3.
Parameters zuiging in inschakeling
wijzigen
4. Pelletsonde of watersonde
geblokkeerd
5. Zekering defect
6. Verstopping door nesten of
andere vreemde lichamen in de
schoorsteen of schoorsteen kap
OPLOSSINGEN
1. De Ketel opnieuw regelen
2. Reinig het rookkanaal en controleer of de
drukschakelaar een juiste onderdruk in de
schoorsteen meet
1. De Ketel opnieuw regelen
2. Controleer of het ventilatiekanaal tot bij de vuurpot
niet is verstopt.
3. Wijzig het commando dat de waarde van de
aangezogen lucht regelt.
OPLOSSINGEN
1. Vul het reservoir met pellets
2. Leeg het reservoir en verwijder handmatig het
zaagsel van de schroef
3. Vervang de reductiemotor
4. Vervang de printkaart
5. Reset de thermostaat op de achterkant van de Ketel
nadat de oorzaak werd gecontroleerd.
1. Controleer de correcte positie van de bougie in de
vuurpot
2. Controleer of de stekker in het stopcontact zit en of
de hoofdschakelaar in de positie "I" is.
3. Wijzig het commando dat de zuiging regelt van
de lucht in de inschakeling (instelling technische
parameters)
4. Wacht tot het pellet- of waterreservoir afkoelt en de
Ketel weer inschakelen.
5. De zekering vervangen
6. Verwijder vreemde lichamen uit de schoorsteenpot
of uit het rookkanaal. Reinigen door een
schoorsteenveger is aanbevolen
39