Aanpassingen
6 5
Eindposities veranderen :
Als de eindposities van het rolgordijn onjuist zijn, open dan de instellingen van het rolgordijn
en pas de onderste / bovenste positie.
38
Koppel een afstandsbediening
Selecteer een kanaal op de afstandsbediening en druk op de programmeerknop op de motor om de
.1
programmeermodus te activeren. Het rolgordijn begint op en neer te bewegen.
Druk op de koppelingsknop op de achterkant van de afstandsbediening om het rolgordijn aan
.2
het gewenste kanaal te koppelen. Het rolgordijn stopt kort met draaien om aan te geven dat de
afstandsbediening aan het rolgordijn is gekoppeld.
Druk kort op de programmeerknop om de programmeermodus te deactiveren. Het rolgordijn stopt met
.3
bewegen en kan worden bediend.
CM-11
CM-11
CM-12
CM-12
CM-13
CM-13
CM-15
CM-15
Koppelings-
knop
CM-17
CM-17
Koppelings-
knop
Koppelings-
knop