6.7 OPSTIJGEN VAN HELLINGEN EN HELLINGEN
Stijging
Om bergopwaarts te bewegen moet je een lichte duw geven, de vaart erin houden en tegelijkertijd de richting
controleren.
1. Buig naar voren en beweeg de rolstoel naar voren, zodat beide handen snel en energiek kunnen worden geduwd.
22
WAARSCHUWING !
Gevaar door ongecontroleerde beweging! Bij het doorlopen van hellende
oppervlakken kan de rolstoel naar achteren, opzij of naar voren kantelen.
Ga door lange schuine vlakken, in principe met een helper achter de rolstoel.
Voorkom zijdelings leunen. Vermijd oppervlakken met een hellingshoek groter dan 7°.
Vermijd abrupt van richting te veranderen op een hellend oppervlak.
LET OP !
De rolstoel kan zelfs op licht hellende oppervlakken onvrijwillig bewegen, als hij niet
met de handrims wordt bediend.
Zet de parkeerrem in als u met de rolstoel op een hellend oppervlak rijdt.