Gebruikersinterface
Afbeelding 4 Toetsenbord
1 ENTER-toets
2 EDIT-(pijl)toetsen
3 SAMPLE-toets
4 RANGE-toets
5 UNITS/Exit-toets
6 RATIO-toets
Tabel 1 Toetsbeschrijving
Toets
Beschrijving
Voert de waarde op het display in. Start de meting van een
kalibratiestandaard. Wist gegevens uit de buffer.
Wijzigt de cijfers en/of letters op het display. Bladert door de
kalibratiestandaarden. De pijltoets naar rechts beweegt de cursor
naar het vorige of volgende digit.
152 Nederlands
All manuals and user guides at all-guides.com
7 FLOW-toets
8 SIGNAL AVG-toets
9 PRINT-toets
10 LINE FEED-toets
11 SETUP-toets
12 CAL/Zero-toets
Tabel 1 Toetsbeschrijving (vervolg)
Toets
Beschrijving
Begint met het wijzigen van het monsternummer dat op het
modusdisplay wordt weergegeven.
Selecteert automatisch of handmatig bereik.
Selecteert de meeteenheden. Sluit de modus Kalibratie of
Instellingen af zonder wijzigingen op te slaan.
Zet ratio aan of uit.
Zet de bedrijfsmodus voor doorstroming aan of uit. Wordt alleen
gebruikt met de geautomatiseerde doorstroomkuvet.
Schakelt signaalgemiddelde aan of uit.
Verzendt de gegevens die op het display worden weergegeven,
naar een printer of computer. Verzendt een
kalibratiegegevensrapport naar een printer of computer wanneer
het instrument in kalibratiemodus staat. Verzendt
diagnosegegevens naar een printer of computer wanneer
ingehouden als het instrument is ingeschakeld. Zorgt voor een
afdruk van de instellingen voor aansturen wanneer de modus
Instellingen aan staat. Schakelt de printerintervalfunctie in of uit als
het instrument is geconfigureerd met een printerinterval.
Beweegt het printerpapier een regel verder.