Descargar Imprimir esta página

Mobiclinic PISCIS Manual De Instrucciones página 45

Ocultar thumbs Ver también para PISCIS:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 1
Gebruiksaanwijzing Piscis
ES
EN
FR
IT
DE
PT NL
SWE
PL
DK
ROLLEN VAN DE PARTIJEN
Bedieningspaneel
1. Snelheidsregeling:
Het schildpadpictogram geeft een traag snelheidsniveau aan. Het hazenpictogram geeft een snel snelheidsniveau
aan. Voordat u de scooter gaat gebruiken, selecteert u het langzame snelheidsniveau (draai het wiel in de richting van
het schildpadpictogram).
Verhoog de snelheid iets als u bergop rijdt en verlaag de snelheid als u bergaf rijdt.
2. Zelfdiagnose-waarschuwingsindicator:
Als het lampje knippert, is er een probleem met de scooter.
3. Indicator voor batterijniveau:
Als alle vijf de strepen branden, is de batterij volledig opgeladen. Als ze vervagen, is de batterij bijna leeg.
4. Versneller:
Als je op de rechter gashendel drukt, gaat de scooter vooruit. Door het linker gaspedaal in te drukken, gaat de scooter
achteruit. Als u ze loslaat, wordt de automatische rem geactiveerd. Afhankelijk van hoe hard je erop drukt, beweegt hij
sneller of langzamer. Houd een veilige afstand om gevaar te vermijden.
Stuurbasis
1. Stuurverstelling:
Duw de hendel omlaag om af te stellen. Trek eraan om de roerhoekversteller in een comfortabele hoek vast te zetten.
Onder de stoel
1. Hendel voor stoelverstelling:
Trek de hendel naar achteren om de stoel te draaien; duw hem naar voren om de stoelpositie te vergrendelen.
2. Armleuning verstelling:
Draai de twee duimwielen los om de armleuning in te stellen; draai ze weer vast om ze in de gewenste stand te
vergrendelen.
Achter
1. Achterklep:
Dient om de batterij te beschermen tegen beschadiging.
2. Anti-tip wielen:
Ze worden gebruikt om te voorkomen dat de scooter omvalt.
3. De starthendel:
Met de starthendel kunt u overschakelen op handbediening (N) of automatische bediening (D). Met de handmatige
modus kan de gebruiker de scooter verplaatsen zonder de accu te gebruiken, d.w.z. door hem te duwen, terwijl de
automatische modus u in staat stelt de scooter zowel te besturen als stil te houden wanneer hij geparkeerd staat.
Indicatoren op de hendel helpen u te bepalen in welke modus de scooter staat. Wanneer u van de handmatige naar
de automatische modus wilt overschakelen, moet u de scooter eerst uitschakelen. U moet dan van modus veranderen
met de hendel. Zet dan de scooter aan om hem te gaan gebruiken.
4. Opslagruimte:
Op de achterbumper.
Gelieve nota te nemen van de volgende informatie:
-Laat de gashendel los en laat de scooter volledig tot stilstand komen voordat u van vooruit naar achteruit en vice
versa schakelt.
-Gebruik de scooter alleen in gebieden waar het veilig is om te lopen.
-Gebruik de lage snelheidsmodus voor afdalingen, achteruitrijden, hellingen, stoepranden of oneffen oppervlakken.
Voor hellingen moet u wellicht een hogere snelheid gebruiken.
-Voor het afdalen van steile hellingen, zet de scooter in de lage snelheidsstand.
45

Publicidad

loading