Bedrijfsmodi; Configuratiemogelijkheden / Tools; Diagnosemelding; Bijhouden Van Gebeurtenissen En - ABB TTH300 Instrucciónes De Licenciamiento

TTH300 TEMPERATUUR-MEETOMVORMER SENSORKOPMONTAGE | CI/TTH300-X1 REV. H

Bedrijfsmodi

• Punt-naar-punt communicatiemodus – standaard (gewoonlijk
adres 0)
• HART 5: Multidrop Mode (Adressering 1 tot 15)
• HART 7: Adressering 0 tot 63, onafhankelijk van Current Loop
Mode
• Burst-modus

Configuratiemogelijkheden / Tools

Onafhankelijk van stuurprogramma's:
• HMI LCD-scherm met configuratiefunctie
Afhankelijk van stuurprogramma's:
• Device-Management / Asset-Management Tools
• FDT-technologie – via TTX300-DTM-driver
(Asset Vision Basic / DAT200)
• EDD – via TTX300 EDD-driver
(Handheld-terminal, Field Information Manager / FIM)
• FDI-technologie – via TTX300 Package
(Field Information Manager / FIM)

Diagnosemelding

• Over- / ondersturen conform NE 43
• HART®-diagnose
Uitgebreid vanaf SW Rev. 03.00:
• Apparaatstatus-signalisering volgens NE 107
• Vrij configureerbare diagnostische categorisering met
diagnostische voorgeschiedenis volgens NE 107

Bijhouden van gebeurtenissen en

configuratiewijzigingen, vanaf SW rev. 03.00

Het HART®-apparaat slaat informatie op over kritieke
gebeurtenissen en wijzigingen in de configuratie.
De informatie kan worden uitgelezen via deze tools:
• Eventmonitor voor de registratie van kritieke
gebeurtenissen
• Configuratiemonitor voor configuratieveranderingen
Voor gedetailleerde informatie, zie de interfacebeschrijving
HART® COM/TTX300/HART.
PROFIBUS®-communicatie
Aanwijzing
Het PROFIBUS PA®-protocol is een onbeveiligd protocol (in de zin
van IT-veiligheid resp. cyberveiligheid), daarom moet het
bedoelde gebruik voor de implementatie worden beoordeeld, om
zeker te stellen dat dit protocol geschikt is.
De interface is in overeenstemming met profiel 3.01
(Standaard PROFIBUS®, EN 50170, DIN 1924 [PRO91]).
1 Meetomvormer
2 Busafsluiting
Afbeelding 20: Voorbeeld voor PROFIBUS PA®-aansluiting
Manufacturer-ID
ID-nummer
Profiel
Configuratie
Overdrachtssignaal

Spanning / stroomverbruik

• Gemiddeld stroomverbruik: 12 mA.
In geval van storing wordt door de in het apparaat
geïntegreerde FDE-functie (= Fault Disconnection Electronic)
zekergesteld, dat het stroomverbruik tot max. 20 mA kan
stijgen.
NL – 29
3 Segmentkoppelaar
4 PC / DCS
0x3470 [0x9700]
PA 3.01 (zie interfacebeschrijving
PROFIBUS PA® (COM/TTX300/PB)
op apparaat via LCD-scherm
IEC 61158-2
0x1A
DTM
EDD
GSD
173