3. Houd de stelmoer (E) vast met de dubbele steeksleutel (SW 27/30) en draai het instelstuk
(D) handvast met de dubbele steeksleutel (SW 24/27).
De waarden voor de zetslag in de volgende tabel zijn slechts richtwaarden en zijn sterk
afhankelijk van de gebruikte blindklinkmoer en de materiaaldikte! De in te stellen zetslag moet
worden vastgesteld door proeven met de exacte materiaaldikte. Hoe dikker het materiaal, hoe
kleiner de zetslag moet worden gekozen.
Voor elke proef moet een nieuwe moer worden gebruikt!
Draadmaat
M3
M4
M5
M6
M8
M10
M12
LET OP! Als de zetslag onbekend is, stel dan eerst een kleinere zetslag in om schade aan
de schroefdraad te voorkomen. Als de moer niet voldoende is aangehaald, vergroot dan de
zetslag in kleine stappen (max. 0,5 mm; halve omwenteling van de stelmoer). Als een te grote
zetslag werd ingesteld en de schroefdraad van de blindklinkmoer beschadigd is, moet deze
met de hand worden losgeschroefd (zie punt 2.6).
*Richtwaarden vastgesteld met GESIPA
een klembereik van 0,25 - 3 mm in 1 mm materiaaldikte.
2.4
Opdraaien van de blindklinkmoer
•
De blindklinkmoer zonder kantelen op draadspil A plaatsen.
•
Wij adviseren om de blindklinkmoer ca. ½ omdraaiing met de hand op te schroeven om
het indraaien van de draadspil A te vergemakkelijken.
•
Door indrukken van schakelaar I het opdraaien starten.
•
Schakelaar I net zo lang ingedrukt houden, tot het opdraaien automatisch beëindigd
wordt. Hierbij de blindklinkmoer tijdens het hele opdraaiproces tegen verdraaien vast-
houden. De blindklinkmoer moet na het opdraaien correct aansluiten op mondstuk B. Als
dit niet het geval is, de instelling van de draadspillengte corrigeren (zie punt 2.2).
Let op: Als de schakelaar te vroeg wordt losgelaten, wordt de moer er weer afgedraaid!
Zetslag* „Y"
(richtwaarde)
2
2,5
3
3,5
4
5
5
®
standaard blindklinkmoeren met halfronde kop voor
NL
63