10.3. Als de juiste druk bereikt is, zal het opblazen stoppen en de druk langzaam
wegvallen. Het hartslag
NB: Als de juiste druk niet wordt bereikt, zal het apparaat zich
automatisch opnieuw opblazen.
10.4. Als de meting klaar is, zal de manchet automatisch leeglopen. De
systolische/ diastolische bloeddruk en hartslag zal zichtbaar zijn en worden
opgeslagen. Als een onregelmatige hartslag wordt gedetecteerd zal het
hartslag-symbool knipperen.
Systolische druk (bovendruk)
Diastolische druk (onderdruk)
NB: De bloeddrukmeter schakelt zichzelf automatisch uit. U moet de ON/OFF
button opnieuw inrukken nadat u minstens 3 minuten hebt gewacht om bij
dezelfde persoon nogmaals een meting te verrichten.
symbool zal knipperen.
Druk indicator
Nederlands 133
01/10
20: 30
mmHg
1
108
Data
01/10
Time
11: 30
SYS
65
mmHg
mmHg
1
DIA
63
mmHg
Pulse
/minute
Blood Pressure Monitor
Hartslag