Veranderingen in de
houding van de
cliënt
Statisch
Stroomstoringen
5. Controleer of de cliënt niet wegzakt. Om dit te doen
maakt u de hoes los en schuift u de hand onder de
sacrale ruimte van de cliënt om te controleren of er
tenminste 2,5 cm ruimte is tussen het heiligbeen en
het bed.
6. Als de verzorger minder dan 2,5 cm ondersteund
materiaal voelt, dan is de cliënt verzakt en moet de
druk van de ondersteuning aangepast worden.
Als een cliënt op de zij of op de rug ligt, dan is het
lichaamsgewicht over een groot oppervlak verspreidt. In
de zittende houding is het gewicht op een veel kleiner
oppervlak geconcentreerd en vereist daarom meer steun
dan in de liggende positie.
Als de cliënt dus van positie verandert, kan het nodig
zijn de druk van de ondersteuning aan te passen om
optimaal voordeel te hebben van het ondersteunende
oppervlak.
Van liggen naar zitten -
Van zitten naar liggen -
Deze aanpassing moet uitgevoerd worden in combinatie
met een onafhankelijke klinische beoordeling van
passende ondersteuning.
Zorgt voor een stabiel, niet-bewegend
ondersteuningoppervlak wanneer actieve therapie niet
geïndiceerd is, onder andere voor het uitvoeren van
verpleegtaken of voor cliënten die geen bewegende
oppervlakken kunnen verdragen. In de
blijft het ondersteuningsoppervlak constant (alle cellen
zijn gelijkmatig opgeblazen). De verpleging moet
verder bepalen welk geïndividualiseerd
herpositioneringprogramma toegepast moet worden.
Bij gebruik van het systeem in de
het nodig zijn, waar mogelijk, de drukregeling te
verminderen om het comfort en de veiligheid van de
cliënt te verhogen.
Als een Stroomstoring optreedt, de slangenset
loskoppelen van de pomp en de dop op de slangenset
aanbrengen om de matras in de transportstand plaatsen.
Zodra de stroomtoevoer is hersteld, de slangenset weer
op de pomp aansluiten en de "Procedure voor instellen
van ondersteuning" op pagina 9 uitvoeren om de
therapie te vervolgen.
10
Verhoog de drukregeling.
Verlaag de drukregeling.
Statische
Statische
stand
stand kan