2.8.4 - Aansluiting afwateringsbuis (afb. 9)
a. Plaats de afwateringsbuis (A) en zorg ervoor dat ze naar beneden helt.
b. Sluit een verlengbuis (C) met de afwateringsbuis aan als het nodig is, isoleer de koppeling met een
beschermbuis (B).
Omwikkel het aansluitpunt strak met Teflontape om een goede dichting te verzekeren en
mogelijke lekkages te voorkomen. Het deel van de afvoerleiding dat intern blijft, moet omwikkeld
worden met een schuimrubber huls om condensvorming te voorkomen.
c. Verwijder het luchtfilter en giet een beetje water in het afvoerbakje om te controleren of het water correct
uit de unit stroomt.
2.8.5 - Aansluiting buizen en beschermende isolering (afb. 10)
Omwikkel de verbindingskabel, de afwateringsbuis en de elektrische kabels gelijkmatig met isolatietape
zoals aangeduid op afb. 10.
Daar het condenswater op de achterzijde van de binnenunit in het bakje "Pond Box" wordt verza-
meld en vervolgens wordt afgevoerd, niets in het bakje plaatsen.
Legenda (afb.10)
A
Opvangbakje
B
Leindingruimte
2.8.6 - Aansluiting van de condensafvoerlijn
Sluit een afwateringsbuis van geschikte lengte aan met de condensafvoerlijn van de binnenunit en blokkeer
met een klem. De buis in de kabelgoot plaatsen, evenwijdig met de buizen van de installatie, en hem eraan
bevestigen met een klem.
De klemmen niet te veel aanspannen om de isolering van de buizen niet te beschadigen en
de afwateringsbuis niet te smoren.
Voer de condens indien mogelijk af in de goot voor regenwater.
Als de afvoerleiding in een rioleringssysteem terechtkomt, is een bocht nodig in de buis
voor een sifon (afb. 11) om de verspreiding van onaangename geuren in de omgeving te
voorkomen.
De bocht van het sifon mag nooit lager staan dan 1500 mm van de onderste rand van het
apparaat (afb.11).
Bij afwatering in een recipiënt (afb. 12) mag deze nooit gesloten zijn om schadelijke tegen-
druk te vermijden en de buis mag nooit het vloeistofniveau in de recipiënt bereiken.
2.9 - KOELMIDDEL LEIDING AANSLUITING
In de handleiding van de externe machine worden de instructies niet herhaald.
Bij het aansluiten van de koelmiddelleidingen mogen geen andere stoffen of gassen dan het gespecificeerde
koelmiddel in de unit terechtkomen. De aanwezigheid van andere gassen of stoffen verlaagt de capaciteit
van het toestel en kan een abnormaal hoge druk in de koelcyclus veroorzaken.
Dit kan ontploffing en verwonding veroorzaken.
•
De aftakkende leiding moet horizontaal worden geïnstalleerd. Een hoek van meer dan 10°
kan storingen veroorzaken.
•
Installeer de verbindingspijp NIET voordat zowel de binnen- als de buitenunits geïnstalleerd
zijn.
• Isoleer zowel de gas- als de vloeistofleidingen om waterlekkage te voorkomen.
C
Isolatietape
D
Verbindingbuis
E
Verbindingskabel
F
Afwateringsbuis
NL - 19
NEXYA S5 E