• Druk twee maal op de toets om de unit in de geforceerde "COOL" modus te starten.
Deze modus mag enkel voor de tests worden gebruikt.
• Door een derde maal op de toets te drukken, stopt de werking en gaat de airco uit.
8.8 - WENKEN VOOR DE ENERGIEBESPARING
Vervolgens enkele tips om het verbruik te beperken:
• Houd de filters altijd proper (zie hoofdstuk onderhoud en reiniging).
• Houd de deuren en de vensters van de kamers gesloten waar de airco werkt.
• Vermijd dat zonlicht de kamer binnendringt (wij adviseren het gebruik van gordijnen, blinden of rolluiken).
• De banen van de luchtstroming van de unit niet verstoppen (inlaat en uitlaat); hierdoor vermindert het
rendement, het apparaat werkt niet correct en onherroepelijke storingen kunnen optreden.
• Stel de unit NIET in op excessieve temperatuurniveaus.
• Stel een timer in en gebruik de ingebouwde SLEEP/ECONOMY modus indien van toepassing.
• Als u het toestel langere tijd niet zult gebruiken, verwijder dan de batterijen uit de afstandsbediening.
• Reinig het luchtfilter om de twee weken. Een vuil filter kan het koelings- of verwarmingsrendement ver-
minderen.
• Stel de lamellen goed af en vermijd een directe luchtstroom.
• Het sluiten van gordijnen tijdens het verwarmen helpt ook om de warmte binnen te houden.
• Deuren en ramen moeten gesloten blijven.
8.9 - KEUZE BEDIENINGSMODUS
Wanneer twee of meer binnenunits gelijktijdig in werking zijn, moet u ervoor zorgen dat de modi niet met
elkaar conflicteren. De warmtemodus heeft voorrang op alle andere modi. Als het toestel in eerste instantie
in de VERWARMEN modus is gaan werken, kunnen de andere toestellen alleen in de VERWARMEN modus
werken.
Bijvoorbeeld:
Als het initieel opgestarte toestel in de KOELEN (of VENTILATOR) modus werkt, kunnen de andere toe-
stellen in elke modus werken behalve in de VERWARMEN modus. Als één van de apparaten de VERWAR-
MEN-modus selecteert, zullen de andere werkende apparaten stoppen met werken en "--" weergeven (alleen
voor apparaten met een displayvenster) of het auto- en werkingsindicatielampje zal snel knipperen, het
ontdooi-indicatielampje zal uitgaan en het timer-indicatielampje zal blijven branden (voor apparaten zonder
een displayvenster). Als alternatief zullen het ontdooi- en alarm controlelampje (indien van toepassing) gaan
branden, of het werkingscontrolelampje zal snel knipperen, en het timer controlelampje zal uitgaan (voor het
vloertype en het staand type).
9 - ONDERHOUD EN REINIGING
Alvorens onderhoud of reinigingen uit te voeren, steeds controleren of de installatie
met de afstandsbediening werd uitgeschakeld en of de stekker uit het contact werd
getrokken (of de algemene scheidingsschakelaar opwaarts op "0" OFF werd gezet).
De metalen delen van de unit niet aanraken wanneer de luchtfilters worden verwijderd.
Ze zijn zeer scherp. Risico op snijwonden.
9.1 - ONDERHOUD
Handel als volgt indien men denkt de apparatuur lange tijd niet te gebruiken:
a. Schakel de ventilator een halve dag in om de binnenkant van de unit te drogen.
b. Reinig de binnenunit en het luchtfilter.
c. Stop de airco en sluit de voeding af.
d. Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening.
Op de buitenunit moeten periodieke onderhoudswerkzaamheden en reinigingen worden uitgevoerd.
VOER DEZE NIET OP UW EENTJE UIT. Neem contact op met uw dealer of de klantendienst.
NL - 42