BESTURING
― ―
Aan-/uitknop
Ventilatorsnel-
heidsknop
Modusknop
Timerknop
Oscillatieknop
70 of 88 | Nederland
Zet het apparaat aan en uit.
Kies tussen hoge, gemiddelde en lage ventilatorsnelheden.
Let op: Optie niet beschikbaar in nachtmodus.
Kies tussen natuurlijke modus en nachtmodus.
Natuurlijke modus - De ventilatorsnelheid wisselt automatisch
tussen de beschikbare snelheden en helemaal uit, om een
natuurlijke luchtstroom te creëren.
Nachtmodus - De ventilatorsnelheid wordt op gemiddeld ingesteld
en na een periode van 15 minuten wordt de snelheid naar laag
gewijzigd, om het energieverbruik te verminderen. Let op: In
nachtmodus kan de ventilatorsnelheid niet handmatig worden
gewijzigd.
Stel een in- en uitschakeltimer in tussen één en zeven uur.
Een inschakeltimer instellen: 1. Zorg dat het apparaat is
aangesloten en het stopcontact stroom levert. 2. Druk op de
timerknop om de gewenste tijd in te stellen (tussen één en
zeven uur) voordat het apparaat wordt ingeschakeld. 3. De
timerindicatielampjes knipperen om te bevestigen dat een timer
is ingesteld en blijven daarna branden. 4. Selecteer de gewenste
instellingen voordat je het apparaat aan zet. 5. Druk tweemaal op
de aan-/ uitknop om de inschakeltimer te annuleren.
Een uitschakeltimer instellen: 1. Zorg dat het apparaat is
aangesloten en het stopcontact stroom levert. 2. Druk op de aan-/
uitknop om het apparaat aan te zetten. 3. Druk op de timerknop
om de gewenste resterende tijd (tussen één en zeven uur) tot
het uitschakelen in te stellen. 4. De timerindicatielampjes blijven
branden om te bevestigen dat een timer is ingesteld. 5. Selecteer
de gewenste instellingen voordat je het apparaat uitschakelt. 6.
Om de uitschakeltimer te annuleren, druk je op de timerknop totdat
er geen timerindicatielampjes meer branden, of schakel je het
apparaat uit.
Activeert de oscillerende verticale lamellen en zorgt voor een
continue luchtcirculatie. Om de windstroom verder aan te passen,
plaats je de horizontale lamellen in de gewenste hoek. Let op:
Wees voorzichtig bij het verstellen van de horizontale lamellen om
beschadiging te voorkomen.