NL
2.0 INSTALLATIE
2.1
AANSLUITEN VAN HET LASAPPARAAT OP HET
LICHT NET
Dit apparaat verdraagt een afwijking van +/- 10%
van de voedingsspanning. Verzeker u ervan dat
het stopcontact goed is voorzien van zeke ringen
die de spanning zoals opgegeven op de kaart van
de kenmerken van het appa raat kunnen verdra-
gen.
De rook en de lasgas sen kunnen
gevaarlijk zijn als ze langdurig worden ingea-
demd. Volg de volgende aanwijzingen op:
2.2
KEUZE VAN EEN PLEK
De rook en de lasgas sen kunnen
gevaarlijk zijn als ze langdurig worden ingea-
demd. Volg de volgende aanwijzingen op:
1. Raadpleeg de kaart met kenmerken om te
weten wat voor electriciteit het apparaat nodig
heeft.
2. De lasser moet vrij e toegang verlenen aan
instanties die de werkzaamheden, de instel-
lingen en de verbindingen controleren en afs-
tellen.
3. Plaats het apparaat niet in kleine afgesloten
ruimtes. De ventilatie van het apparaat is heel
belangrijk. Verzeker u ervan dat de ventilatie-
gaten niet afgedekt zijn en dat er geen enkel
risico bestaat dat dit gebeurt terwijl het appa-
raat in werking is, dit om iedere kans op over
verhitting en schade aan het appa raat te ver-
mijden.
4. Vermijd niet schone en stoffige ruimtes waar
het stof door het ventilatiesysteem in het
apparaat kan worden gezogen.
5. De apparatuur (met inbegrip van de kabels)
mag geen obstakel vormen voor het rondlo-
pen en werk van der den.
6. Plaats het apparaat op een stevig oppervlak
om ieder risico op vallen of omvallen te vermi-
jden.
7. Beoordeel het risico dat het vallen van het
apparaat met zich meebrengt als dit op een
verho ging wordt geplaatst.
INSTALLATIE
2.3
VERANDERING POLARITEIT
SLUIT HET APPARAAT AF ALVORENS HET WIJZI
GEN VAN DE VERBINDINGEN
GEBRUIK MET DE GEVOERDE DRAAD ZONDER
GAS (controleer de polariteit bij de draadfabri-
kant)
1. Verbind de massakabel aan de positieve klem
die zich in het apparaat bevindt.
2. Verbind de laskabel (Ref 1 – Afb.1) aan de
negatieve klem die zich in het apparaat bev-
indt.
GEBRUIK MET DRAAD EN BESCHERMINGS GAS
VOOR HET LASSEN VAN ZACHT STAAL.
1. Verbind de massakabel aan de negatieve klem
die zich in het apparaat bevindt.
2. Verbind de laskabel aan de negatieve klem die
zich in het apparaat bevindt.
3. Installeer een leiding tussen het drukventiel
van de gasfles en de aansluiting aan de achter-
kant van het apparaat.
2.4
PLAATSEN VAN DE LASKOP
SCHAKEL HET APPARAAT UIT ALVORENS DE
VERBINDINGEN TE MA KEN
Verzeker u ervan, alvorens de kop vast te zetten,
dat de geleider geschikt is voor de te gebruiken
draaddikte. Controleer ook of de afmetingen van
de uitgang van de trekrol, de contactbuis en de
geleidebuis over eenkomen. Controleer of de laat-
ste niet tegen de rol ligt.
Ga als volgt te werk om de laskop te installeren:
(NL) 4
NL