– Als de buisleiding klaar is, moet deze met 32 MPa worden ge-
test.
– De isolatie van de buisleiding moet bestand zijn tegen tem-
peraturen tot 155 °C.
Reinigingsmiddeltanks plaatsen
Afbeelding 17 - pos. 20
De tanks moeten zo worden opgesteld dat het laagste peil van
het reinigingsmiddel niet meer dan 1,5 m onder de bodem van
het apparaat ligt en het hoogste peil niet boven de bodem van
het apparaat ligt.
Rookgasleiding
– Elk apparaat moet op een eigen schoorsteen worden aange-
sloten.
– De rookgasleiding moet volgens de plaatselijke voorschriften
en in overleg met de verantwoordelijke meester schoorsteen-
veger worden uitgevoerd.
Watertoevoer
Afbeelding 17 - B en Pos. 19
Sluit de watertoevoer met een geschikte waterslang aan het
waterleidingnet aan.
– De capaciteit van de watertoevoer moet ten minste 1300 l/h
bij ten minste 0,1 MPa bedragen.
– De watertemperatuur moet onder 30 °C liggen.
Elektrische aansluiting
Waarschuwing
De maximaal toelaatbare netimpedantie op het elektrische aan-
sluitpunt (zie technische gegevens) mag niet worden overschre-
den.
Waarschuwing
Inschakelprocessen veroorzaken een kortstondige spannings-
val. Bij een slechte netkwaliteit kunnen andere apparaten hier
nadelige invloed van ondervinden.
– Aansluitwaarden zie Technische gegevens en typeplaatje.
– De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden door een
electricien en moet voldoen aan IEC 60364-1.
– Stroomvoerende onderdelen, kabels en apparaten in het
werkgebied moeten in goede staat en spuitwaterdicht zijn.
We adviseren wandcontactdozen met voorgeschakelde
lekstroom-veiligheidsschakelaar (maximaal 30 mA nominale ac-
tiverings-stroomsterkte) te gebruiken, ter vermijding van elektri-
sche ongelukken.
Vast geïnstalleerde elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting tot stand brengen.
Teneinde de stationaire hogedrukreiniger uit te kunnen schake-
len dient men een afsluitbare hoofdschakelaar (afbeelding 17 -
pos. 6) op een ongevaarlijke plaats en goed toegankelijk aan te
brengen.
De contactopeningsbreedte van de hoofdschakelaar moet mini-
mum 3 mm bedragen.
Elektrische aansluiting met stekker / bus
Cekon-stekker monteren op de aansluitkabel van het appa-
raat.
Cekon-stekker in de bus steken.
Voor het uitschakelen van de stationaire hogedrukreiniger moet
de Cekon-stekker makkelijk toegankelijk zijn voor de netschei-
ding.
Stekker en koppeling van een gebruikt verlengsnoer moeten wa-
terdicht zijn.
Rol de verlengsnoer altijd helemaal van de kabeltrommel af.
98
Nederlands
Eerste ingebruikneming
Het apparaat is in de fabriek ingesteld als aardgasapparaat
voor gastype G 20 en als vloeibaar gasapparaat voor G 31. Bij
de omschakeling van het aardgasapparaat op G 25 of andere
(zie typeplaatje) aardgassoorten of van het vloeibaar gasappa-
raat op G 30 of andere (zie typeplaatje) vloeibare gassoorten
moeten bij het aardgasapparaat de waarden van de aardgas-
uitlaatgassen en bij het vloeibaar gasapparaat de waarden van
het vloeibare gas ingesteld worden volgens de servicegege-
vens.
Op het bijgevoegde lege plaatje wordt de nieuw ingestelde
gassoort vermeld en het plaatje wordt op het veld aan de rech-
terkant van het apparaat aangebracht. Tegelijkertijd moet het
in de fabriek aangebrachte plaatje met vermelding G 20 (aard-
gasapparaat) of G 31 (vloeibaar gasapparaat) verwijderd wor-
den.
Gasaansluiting controleren.
Waarschuwing
Gevaar voor beschadiging van het apparaat door oververhitting.
Sluit de sifon aan op de bodem van de ketel en vul deze met
water.
Vul de ketel boven de opening van de schoorsteen met 4 liter
water.
Knip voor het eerste gebruik de punt van het deksel van de
olietank op de waterpomp af.
Maatregelen voor de inbedrijfname
Afbeelding 17 - pos. 14
Hogedrukslang met handpuitpistool en straalpijp verbinden
en op de hogedrukuitgang van het apparaat of op het hoge-
drukbuisleidingsysteem aansluiten.
a
Afbeelding 13
Sproeiermond (b) met wartelmoer (a) aan de straalpijp (d)
bevestigen. Let erop dat de afdichtingsring (c) schoon in de
groef ligt.
b
c
d