Descargar Imprimir esta página

Aritech DDI602AM Manual De Instalación página 28

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 13
Limiti d'uso
Utilizzare solo i modelli elencati nei seguenti
paesi:
DDI602AM-F1
Albania, Argentina, Australia, Belgio, Brasile,
(10,525 GHz)
Danimarca, Olanda, Ungheria, Islanda, Indonesia,
Lettonia, Lituania, Malta, Norvegia, Portogallo,
Russia, Sud Africa, Spagna, Svezia, Taiwan,
Ucraina, USA.
DDI602AM-F2
Grecia, Italia, Thailandia, Emirati Arabi Uniti,
(10,587 GHz)
Regno Unito
DDI602AM-F3
Austria, Repubblica Ceca, Germania, Finlandia,
(9,9 GHz)
Francia, Polonia
Informazioni di contatto
www.firesecurityproducts.com o www.aritech.com.
Per il servizio di assistenza clienti, consultare la pagina
www.firesecurityproducts.com.
NL: Installatieblad
Verpakking
De verpakking bevat:
1 x DDI602AM
1 x boorsjabloon voor bevestigingsgaten
3 x 31,75 mm wandpluggen
3 x 31,75 mm schroeven
1 x lensmaskering
2 x extra gordijnmaskers
1 x sabotagecup
2 x sabotagedoppen (verschillende lengtes)
1 x plastic vergrendelingsgereedschap
1 x installatiehandleiding
1 x afdekkap borgschroef voorklep
Inleiding
De DDI602AM Dual PIR/AM-buitendetector is een
bewegingsdetector en alarmmelder voor gebruik buitenshuis,
die gebruik maakt van twee onafhankelijke, passieve
infrarooddetectoren plus een radarsensor.
De programmeerbare opties zijn onder meer een variabele
pulstelling en drie mogelijke detectiebereiken: 10, 20 en 30
meter.
De detector installeren
Houd er bij de plaatsing van de detector rekening mee dat de
PIR-sensor meer gevoelig is voor bewegingen dwars op de
richting van de beams, en minder voor bewegingen
rechtstreeks naar of van de beams af. De radarsensor is
gevoeliger voor bewegingen naar de sensor toe of van de
sensor af.
Installeer de detector zodanig dat er geen vocht in de
behuizing kan binnendringen. Vocht in de behuizing kan de
elektronica beïnvloeden of beschadigen.
Het wordt aanbevolen om binnen de behuizing de kabelinvoer
en de schroefgaten van de detector af te dichten met een
acrylkit (siliconenvrij).
28 / 48
Opmerking:
Let er bij het plaatsen van de detector op dat het
detectieveld van de detector niet wordt geblokkeerd door
objecten.
De detector installeren:
1.
Boor gaten in de wand voor de twee
bevestigingsschroeven, de kabelinvoer en de
sabotagecup (indien gebruikt). Zie afbeeldingen 1 en 3.
Een sjabloon voor de boorgaten wordt meegeleverd in de
verpakking.
Opmerkingen
Laat boven de detector minimaal 10 cm vrij, zodat er
ruimte is om de voorklep en de detector correct te
plaatsen.
Bij montage op een onregelmatig wandoppervlak
wordt gebruik van de sabotagecup aanbevolen. Zie
afbeelding 3.
Wanneer u units naast elkaar plaatst, houd dan een
tussenruimte van minimaal 1 m tussen de detectoren
aan. Laat de detectoren ook niet rechtstreeks naar
elkaar wijzen. Als u de units in tegenovergestelde
richting laat wijzen, is geen tussenr uimte nodig.
De aanbevolen, optimale montagehoogte is 3 meter.
U kunt de detector hoger plaatsen, maar dit reduceert
het detectiebereik. Bovendien is dan een langer
aanhoudende beweging door het kleinere
detectiebereik nodig om het alarm te activeren.
2.
Verwijder de voorklep. Draai eerst de borgschroef van de
klep los. Duw de zijkanten van het voordeksel naar
binnen, zodat de vangpinnen aan de binnenkant
vrijkomen. De klep scharniert aan de bovenkant en kan
van de behuizing worden getild. Zie afbeelding 2.
3.
Maak met een scherp mesje een gaatje in de rubberen
afdichting om de kabel in de unit te voeren (zie
afbeelding 4). Gebruik een standaard 8- of 12-aderige
alarmkabel en voer deze door de muur en rechtstreeks in
de kabelinvoer. Strip de draaduiteinden en sluit deze aan
op het bovenste printplaataansluitingsblok (afbeelding 15).
Let op:
zorg ervoor dat de kabel niet tussen de
wandpakking en het montageoppervlak bekneld raakt. Dit
kan ertoe leiden dat water binnendringt in de detector. Als
de kabel over het wandoppervlak loopt, leid deze dan in
de behuizing via de invoeropening met uitduwplaatje aan
de onderzijde van de detector. Afbeelding 1 geeft enkele
voorbeelden van correcte en incorrecte kabelvoering.
4.
Schroef de detector aan de wand vast. Let erop dat de
sabotagepin correct is geplaatst en de sabotage
microschakelaar gesloten is. Zorg ervoor dat de voet van
de detector stevig op de wand aansluit, zodat het
sabotagevoetje in de rubberen wandpakking wordt
gedrukt. Gebruik op een oneffen montageoppervlak de
sabotagecup en plaats het sabotagevoetje in de cup. Een
sjabloon voor de boorgaten wordt meegeleverd in de
verpakking.
De verpakking bevat ook twee reserve sabotagevoetjes.
Een daarvan is 1 mm langer dan het in de detector
gebruikte sabotagevoetje, de ander 1 mm korter. Het
sabotagevoetje is een push-fit en kan worden verwijderd
door het voorzichtig van de pin af te trekken. Zie
afbeelding 1.
P/N 146655999-1 (ML) • REV G • ISS 14DEC20

Publicidad

loading