Verschillende functies configureren (menu Setup)
■ Network Name
Bewerkt de netwerknaam (de naam van het toestel op het
netwerk) die andere netwerkapparaten wordt weergegeven.
1
Selecteer "Network Name".
Network
¡ Network Name
2
Druk op ENTER om de weergave voor
naambewerking te openen.
Network
R-N301 XXXXX
Network name (naam netwerk)
3
Gebruik de cursortoetsen (D / E) om de
bewerkingspositie te verplaatsen en de
cursortoetsen (B / C) om een teken te
selecteren.
Network
R-N301 XXXXX›
4
Druk op ENTER om de nieuwe naam te
bevestigen.
5
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
■ Update
Werkt de firmware bij via het netwerk.
Start het proces voor het bijwerken van de
Perform
firmware van het toestel. Zie "De firmware van
Update
het toestel bijwerken via het netwerk" (p.36) voor
details.
Geeft de versie weer van de firmware die op het
Version
toestel is geïnstalleerd.
ID
Geeft het systeem-id-nummer weer.
34
Nl
Tone Control
De hoge en lage frequentieresponses afstellen.
Bass
SP A
Treble
Balance
De geluidsbalans van de linker- en rechterluidsprekers
SP A
afstellen om onevenwichtig geluid te compenseren dat
wordt veroorzaakt door de plaatsing van de luidsprekers
of door omstandigheden in de kamer waar er wordt
geluisterd.
Bedieningsbereik
L+10 tot R+10
y
Raadpleeg "De luidsprekerbalans afstellen" (p.16) voor details.
Max Volume
SP A
Stelt het maximale volume in om een extreem
geluidsvolume te voorkomen.
Instelbereik
1 tot 99 (stappen van 1), Max
Standaard
Max
Initial Volume
Stelt het eerste volume in wanneer de ontvanger wordt
ingeschakeld.
Instelbereik
Off, Mute, 1 tot 99 (stappen van 1), Max
Standaard
Off
DC OUT
Configureert de DC OUT-aansluiting.
PowerMode
Bepaalt hoe voeding naar de Yamaha AV-accessoire wordt
geleverd die met de DC OUT-aansluiting is verbonden.
Con
(standaard)
Sync
Wanneer u vindt dat er niet genoeg bas (geluid
met lage frequenties) is.
Bedieningsbereik: –10 tot +10 (20 Hz)
Wanneer u vindt dat er niet genoeg hoog (geluid
met hoge frequenties) is.
Bedieningsbereik: –10 tot +10 (20 kHz)
Levert continu voeding via de DC OUT-
aansluiting, ongeacht de vermogenstatus (aan/
stand-by) van het toestel.
Levert alleen voeding via de DC OUT-aansluiting
als het toestel is ingeschakeld.