3.2
Aanleggen
De volgende aanpassingen moeten worden uitgevoerd wanneer de helm wordt opgezet.
De kinband is uitgerust met 3 afstelpunten, waardoor deze snel en eenvoudig kan worden aangepast, terwijl de
helm op het hoofd zit.
De hier afgebeelde draaghoek is een indicatie. Deze kan iets verschillen, afhankelijk van de
omvang en vorm van het hoofd.
WAARSCHUWING!
Deze helm voldoet aan de retentievereisten van EN 443:2008 wanneer de door de fabrikant van de helm geleverde
kinband wordt gedragen en ingesteld volgens de instructies.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
3.3
Vizieren
WAARSCHUWING!
•
Vizieren die over niet-goedgekeurde corrigerende monturen worden gedragen, kunnen schokken
overbrengen op het montuur wat gevaar kan opleveren voor de drager.
•
Gebruiksduur van vizieren is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden.
NL
5.
Stel de draaghoogte in met de klittenbandsluitingen op de twee
achterste ophangingsbanden.
1.
Positioneer de kinbanden zoals getoond voordat de helm wordt
opgezet.
2.
Stel de hoofdmaat in:
Draai knop rechtsom om de ratchethoofdband vaster te
zetten.
Draai knop linksom om de ratchethoofdband losser te
maken.
3.
Controleer of de helm goed is afgesteld:
Met het hoofd voorover gebogen en de kinband los, mag de
helm niet vallen.
1.
Maak de 3 afstelpunten maximaal los.
2.
Zet de helm op het hoofd. Controleer of deze goed geplaatst is.
3.
Sluit de gesp van kinband.
4.
Trek de kinband aan.
5.
Trek de twee achterste instelbanden aan tot een strakke, maar nog
comfortabele pasvorm is bereikt.
3 Aanpassing van de helm
132