3.2 WF115 XP voorpaneel
L1: gaat branden zodra de generator onder stroom
gezet wordt.
L2: geeft aan dat er een beveiligingsinrichting ingegre-
pen heeft zoals bijvoorbeeld de thermische beveiliging.
L3: gaat branden wanneer er stroom op de uitgang van
het lasapparaat staat.
7-segmenten-display D1, D2: voor
de weergave van de algemene gege-
vens van het lasapparaat wanneer het aangezet wordt, de instel-
lingen, de aflezing van de lasstroom en de lasspanning tijdens het
lassen en de codering van de alarmen.
Toets/codeerorgaan E1: voor de regeling van de
draadsnelheid in handmatig MIG
van de synergie in synergetisch MIG
Voor de toegang tot de set up, de keuze en de instelling van de
parameters.
T1, synergie: voor de keuze tussen handmatig MIG
synergetisch MIG
door het soort te lassen materiaal in
te stellen.
handmatige MIG procedure.
Synergetische MIG procedure, lassen van koolstofstaal.
Synergetische MIG procedure, lassen van roestvast staal.
Synergetische MIG procedure, lassen van aluminium.
T2, diameter draad: in de synergetische modus is de keuze van
de diameter van de gebruikte draad mogelijk.
Diameter gebruikte draad in mm
T3: dient om te kiezen tussen het lassen met 2 tijden of met 4
tijden en zorgt voor de voortgang van de draad als het deurtje
open gemaakt wordt.
2 Tijden : Bij het drukken op de knop gaat het gas stro-
men, komt er spanning op de draad en begint de draad
te lopen; bij het loslaten van de knop stoppen het gas, de span-
ning en de draadtoevoer.
4 Tijden : Bij de eerste druk op de knop begint het gas
te stromen voor een handmatige gasvoorstroming, bij
het loslaten komt er spanning op de draad en begint de draad
te lopen. Als de knop opnieuw ingedrukt wordt blokkeert de
draad en begint het eindproces waarin de stroom op nul
gebracht wordt. Als de knop definitief losgelaten wordt stopt de
gastoevoer.
56
Fig.3
en de correctie
.
Vooruitgang van de draad: Hiermee kunt u de
lasdraad met de hand toevoeren. Deze functie is geac-
tiveerd met het deurtje van de spoelruimte open (nuttig om de
draad tijdens de voorbereiding langs de mantel van de toorts te
leiden). Met open deurtje bedient de toortsknop alleen de gas-
stroming.
3.2.1 Set up
Voor het instellen en regelen van een serie extra parameters voor
een beter en nauwkeuriger beheer van het lasapparaat.
De parameters in de set up zijn afhankelijk van het geselecteerde
lasproces en bezitten een numerieke codering.
Toegang tot de set up: 3 sec. lang de codeerorgaanknop indruk-
ken (de nul midden op het 7-segmenten-display bevestigt de toe-
gang).
Keuze en regeling van de gewenste parameter: vindt plaats
door het codeerorgaan te draaien totdat de numerieke code met
betrekking tot die parameter weergegeven wordt. Door dan de
codeerorgaanknop in te drukken, wordt de voor de geselecteer-
de parameter ingestelde waarde weergegeven en zijn regeling.
Set up verlaten: om het gedeelte "regeling" te verlaten opnieuw
het condeerorgaan indrukken.
Om de set up te verlaten, op de parameter "O" (opslaan en afs-
luiten) gaan staan en het codeerorgaan indrukken.
Lijst parameters in de set up
0
Opslaan en afsluiten: om de wijzigingen op te slaan en de set
up te verlaten.
1
Reset: om alle parameters weer op de default waarden terug
te brengen.
3
Gasvoorstroomtijd: om de gasstroom vóór de ontsteking van
de boog in te stellen en te regelen.
Om het gas in de toorts te laden en de omgeving voor het las-
sen voor te bereiden.
Min. off, Max 25 sec., Default 0.01 sec.
4
Soft start: voor de regeling van de voortgangssnelheid van de
of
draad tijdens de fase's vóór de ontsteking.
Uitgedrukt in % van de ingestelde draadsnelheid.
Voor een ontsteking met lagere snelheid en dus soepeler en
met minder spetters.
Min. 10%, Max. 100%, Default 50%
5
Motortijd: voor een geleidelijke overgang tussen de draad-
snelheid bij de ontsteking en die bij het lassen.
Min. off, Max. 1.0 sec., Default off
18 Burn back: voor de regeling van de tijd dat de draad brandt
waardoor het vastplakken aan het eind van het lassen voor-
komen wordt.
Voor de regeling van de lengte van het stuk draad buiten de
toorts.
Min. 0.01 sec., Max. 2 sec., Default 0.02 sec.
20 Gasnastroomtijd: voor het instellen en regelen van de gas-
stroom na het lassen.
Min. off, Max. 10 sec., Default off
25 Puntlassen: voor de activering van het proces "puntlassen" en
om de lastijd te bepalen.
Min. off, Max. 25, Default off
26 Pauze punt: voor de activering van het proces "pauze punt" en
om de rusttijd tussen een las en de volgende las te bepalen.
Min. off, Max. 25, Default off
3.2.2 Codering alarmen
01/02 Oververhitting.
05
Kortsluiting.
08
Draadmotor geblokkeerd.
11
Ongeldige machineconfiguratie.
14
Lassen onmogelijk met ingestelde stand.
20
Communicatiefout.
21
Machine niet geijkt of verlies van gegevens.