3.1 Accu opladen [ afb. O1 / O2 / O3 ]:
LET OP!
De spanning van de stroombron moet overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje van de acculader.
v Neem de netspanning in acht.
Bij de leveringsomvang van de GARDENA accu-grasmaaier
art. 14638-55 is geen accu en geen acculader inbegrepen.
Dankzij het intelligente oplaadprocedé wordt de laadtoestand van de
accu automatisch herkend en wordt de accu, afhankelijk van de accutem-
peratuur en -spanning, met de telkens optimale oplaadstroom opgeladen.
Daardoor wordt de accu ontzien en blijft bij bewaren in de acculader altijd
volledig opgeladen.
(18)
1. Open het accudeksel
.
2. Druk op de ontgrendelingsknop
(D)
accuhouder
.
(C)
3. Sluit de acculader
op een stopcontact aan.
4. Schuif de accu
(B)
op de acculader
Wanneer de accu-oplaadaanduiding
wordt de accu opgeladen.
Wanneer de accu-oplaadaanduiding
permanent groen brandt, is de accu volledig opgeladen
(oplaadduur, zie 7. TECHNISCHE GEGEVENS).
5. Controleer de oplaadtoestand tijdens het opladen met regelmatige
tussenpozen.
(B)
6. Wanneer de accu
volledig is opgeladen, kan de accu
acculader
(C)
worden verwijderd.
3.2 Betekenis van de aanduidingselementen:
3.2.1 Aanduidingen op de acculader [ afb. O3 ]:
Knipperlicht (snel)
Het snelladen wordt weergegeven door snel knipperen van de groene
groene accu-oplaad-
accu-oplaadaanduiding
(Lc)
aanduiding
Aanwijzing: Het snelladen is alleen mogelijk, wanneer de temperatuur
van de accu zich binnen het toegestane oplaadtemperatuurbereik
bevindt, zie 7. TECHNISCHE GEGEVENS.
Knipperlicht (lang-
Bij een laadstand van de accu van ca. 80 % knippert de groene
zaam) groene accu-
accu-oplaadaanduiding
(Lc)
oplaadaanduiding
De accu kan worden verwijderd om direct te worden gebruikt.
Continulicht groene
Het continulicht van de groen accu-oplaadaanduiding
accu-oplaad-
dat de accu volledig is opgeladen.
aanduiding
(Lc)
Zonder dat de accu ingestoken is, signaleert het continulicht van
de accu-oplaadaanduiding
Full
gestoken en de acculader klaar is voor gebruik.
Continulicht rode accu-
Het continulicht van de rode accu-foutaanduiding
foutaanduiding
(Wc)
temperatuur van de accu zich buiten het toegestane oplaadtemperatuur-
bereik bevindt, zie 7. TECHNISCHE GEGEVENS.
Zodra het toegestane temperatuurbereik is bereikt, schakelt de acculader
automatisch over naar snelladen.
Knipperlicht rode accu-
Het knipperlicht van de rode accu-foutaanduiding
foutaanduiding
(Wc)
andere storing van het oplaadproces, zie 6. STORINGEN VERHELPEN.
3.2.2 Laadtoestandsaanduiding van de accu
[ afb. O4 / O8 ]:
Nadat het product is gestart, wordt de laadtoestandsaanduiding
van de accu
(P)
gedurende 5 seconden weergegeven.
Laadtoestandsaanduiding van de accu
(L1)
(L2)
(L3)
,
en
branden groen
(L1)
en
(L2)
branden groen
(L1)
brandt groen
(L1)
knippert groen
Wanneer de LED
(L1)
groen knippert, moet de accu worden
opgeladen.
Wanneer de fouten-LED
(Wp)
brandt of knippert,
zie 6. STORINGEN VERHELPEN.
26
14638-20.960.03.indd 26
14638-20.960.03.indd 26
(A)
en verwijder de accu
(B)
uit de
(C)
.
(Lc)
groen knippert,
(Lc)
op de acculader
(B)
uit de
(Lc)
.
(Lc)
langzaam.
(Lc)
geeft aan
(Lc)
, dat de netstekker in het stopcontact is
(Wc)
geeft aan dat de
(Wc)
signaleert een
(P)
op het product
Laadtoestand van de accu
67 – 100 % opgeladen
34 – 66 % opgeladen
11 – 33 % opgeladen
0 – 10 % opgeladen
3.2.3 Eco-toets:
De eco-modus verlaagt het toerental van de motor naar 3100 omw./min.
voor een maximale looptijd van de accu.
3.2.3.1 Eco-modus activeren:
(e)
v Druk op de eco-toets
op het bedieningspaneel.
De eco-modus is geactiveerd en de LED
3.2.3.2 Eco-modus deactiveren:
(e)
v Druk op de eco-toets
op het bedieningspaneel.
De eco-modus is gedeactiveerd en de LED
3.3 Werkpositie:
v Stel de hoogte van de steel zodanig in dat u rechtop staat, wanneer
u de maaier gebruikt.
3.3.1 Steellengte instellen [ afb. O5 ]:
De steellengte kan op uw lichaamsgrootte worden ingesteld.
1. Draai beide moeren
(16)
los.
2. Stel de steel
(1)
in op de gewenste lengte.
3. Draai beide moeren
(16)
weer vast.
3.4 Maaihoogte instellen [ afb. O6 ]:
De maaihoogte kan van 35 – 65 mm in 4 standen worden ingesteld.
3.4.1 Maaihoogte verkleinen:
(19)
v Druk op de knop
en druk de greep
maaihoogte te verkleinen.
3.4.2 Maaihoogte vergroten:
v Druk op de knop
(19)
en trek de greep
te vergroten.
3.5 Maaien met de grasopvangbak [ afb. O7 ]:
GEVAAR!
Snijwonden door het blad!
Risico op snijwonden door onopzettelijk starten.
v Grijp niet met uw handen in de afvoeropening.
3.5.1 Grasopvangbak op de maaier plaatsen:
(17)
1. Til de veiligheidsklep
omhoog.
2. Plaats de grasopvangbak
(8)
aan de handgreep
Zorg ervoor dat de grasopvangbak stevig vastzit.
3. Start de maaier.
3.5.2 Grasopvangbak legen:
Tijdens het maaien gaat de niveau-indicator
het maaien dichtgaat, is de grasopvangbak vol.
1. Wanneer de grasopvangbak
(8)
vol is, moet de maaier worden stilgezet.
(17)
2. Til de veiligheidsklep
omhoog.
3. Verwijder de grasopvangbak aan de handgreep
(8)
4. Leeg de grasopvangbak
.
3.6 Maaier starten / stoppen [ afb. O1 / O8 ]:
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
Risico op letsel, wanneer het product bij het loslaten van de starthendel
niet stopt.
v Omzeil de veiligheidsvoorzieningen of schakelaars niet.
v Maak de starthendel bijvoorbeeld niet aan de handgreep vast.
3.6.1 Maaier starten:
Het product is uitgerust met een tweehands-veiligheidsvoorziening
(Start-hendel en veiligheidsblokkering), waardoor onopzettelijk inschakelen
van het product wordt voorkomen.
Wij adviseren alleen 4 Ah-accu's P4A PBA 18V/72 (art. 14905) of groter te
gebruiken.
(Le)
brandt.
(Le)
brandt niet.
(29)
naar beneden om de
(29)
naar boven om de maaihoogte
(10)
op de maaier.
ö
open. Wanneer deze tijdens
(10)
.
25.07.22 11:01
25.07.22 11:01