• Ondersteun het gewicht van het gereedschap waar
mogelijk in een standaard, spanner of steun.
• Houd het gereedschap niet te stevig maar met
veilige grip vast, rekening houdend met de vereiste
handreactiekrachten. Over het algemeen geldt
namelijk dat hoe steviger de grip, hoe hoger het
risico van trilling.
• Inzetgereedschap dat verkeerd is ingebracht of
beschadigd is, kan een toename in het
trillingsniveau veroorzaken.
• Draag warme kleding als het koud is. Houd uw
handen en voeten droog
• Vervang het aangebrachte aan slijtage onderhevige
hulpstuk om meer trilling te voorkomen
• Houd het gereedschap niet te strak vast
• IOnjuist/beschadigd gereedschap kan overmatige
trilling veroorzaken.
Langdurige blootstelling aan trilling, herhaalde
bewegingen en ongemakkelijke houdingen kunnen letsel
veroorzaken.
Besmettingsgevaar door gevaarlijk stof.
• Draag een goedgekeurd stofmasker of
ademhalingsapparaat bij gebruik van elektrisch en/
of pneumatisch gereedschap dat stof produceert.
• Sommige soorten stof die worden geproduceerd
door schuur-, zaag-, slijp- en boorgereedschap of
andere bouwwerkzaamheden bevatten chemische
stoffen waarvan bekend is dat deze kanker,
geboorteafwijkingen of ander letsel van de
voortplantingsorganen veroorzaken.
• Bij de risico-inventarisatie moet ook worden
gekeken naar het stof dat bij gebruik van het
gereedschap vrijkomt, en naar de kans op
verspreiding van bestaand stof.
• Gebruik en onderhoud de boor of beitel zoals
aanbevolen in deze gebruiksaanwijzingen om de
afgifte van stof en dampen te beperken.
• Richt de afvoer zodanig dat verstoring in een
stofrijke omgeving wordt beperkt.
• Bij het ontstaan van stof of dampen is de prioriteit
beheersing ervan op het punt van ontstaan.
• Alle ingebouwde functies of accessoires voor het
opvangen, extraheren of bestrijden van stof in de
lucht en dampen moeten op de juiste wijze worden
gebruikt en onderhouden volgens de aanwijzingen
van de fabrikant.
• Selecteer, onderhoud en vervang het
verbruiksartikel/ inzetgereedschap volgens de
aanbevelingen in het instructiehandboek om
onnodige toename van stof of dampen te
voorkomen.
• Gebruik adembescherming volgens de aanwijzingen
van de werkgever en zoals vereist volgens de
voorschriften voor veiligheid op het werk.
• Bij het bewerken van bepaalde materialen kunnen
stof en dampen ontstaan die een explosieve
omgeving zouden kunnen vormen.
Inademen van gevaarlijke stof kan letsel veroorzaken.
ZPTGR410CE Rev B
NL
NL
Er kunnen plotselinge veranderingen van beweging of
positie ontstaan tijdens het gebruik van het
gereedschap.
• Anticipeer en wees alert op
bewegingsveranderingen tijdens starten en
gebruik.
• Houd het gereedschap altijd goed vast.
• Houd het gereedschap op de juiste manier vast en
houd beide handen klaar om in te grijpen in geval
van plotselinge of onverwachte bewegingen.
• Zorg altijd dat u stevig staat en een goed evenwicht
hebt.
• Draag handschoenen ter bescherming tegen snij-en
schuurwonden en warmte
• Anticipeer op reactiekrachten. Pas uw houding aan
en houd het gereedschap stevig vast.
Plotselinge veranderingen van beweging en positie
kunnen letsel veroorzaken.
Verstrikkingsgevaar.
• Houd lichaamsdelen uit de buurt van bewegende
delen.
• Draag geen losse kleding of sieraden wanneer u het
gereedschap gebruikt.
• Als loszittende kleding, sieraden, boorden en
dassen, haar of handschoenen niet buiten bereik
van het gereedschap en accessoires worden
gehouden, kan dat resulteren in verstikking,
scalperen en/of rijtwonden.
• Doe lang haar in een haarnet.
• Draag het gereedschap niet met uw vinger op de knop.
• Verwijder stel- of moersleutels voordat u het
gereedschap inschakelt.
• Zet de bedieningsknop niet met tape, draad etc.
vast in de AAN-stand.
• Houd het handvat droog, schoon en vrij van olie en vet.
• Schakel de luchttoevoer altijd uit en koppel het
gereedschap los van de luchttoevoer als u
accessoires vervangt.
Verstrikking kan letsel veroorzaken.
Ontvlambare dampen kunnen exploderen.
• Niet gebruiken in de buurt van ontvlambare dampen
of een gasleiding of gastank.
• Sommige stof kan explosief zijn.
• Richt de afvoerlucht van het gereedschap niet op
vlammen of hete oppervlakken.
• Smeer het gereedschap niet met ontvlambare of
vluchtige vloeistoffen zoals kerosine, diesel of
vliegtuigbrandstof.
Explosie en vlammen kunnen letsel veroorzaken.
Er wordt smeerolie uitgeblazen met de afvoerlucht.
• Gebruik het gereedschap in een goed geventileerde
ruimte.
• Adem afvoerlucht niet in.
Inademen van lucht met oliedamp kan letsel veroorzaken.
8
(12/19)