HYDRAULISCHE AANSLUITING
REINIGING VAN HET SYSTEEM
Monteer geschikte afsluitschuiven op de leidingen van het
verwarmingssysteem.
Om het thermische systeem te behoeden voor schadelijke
corrosie, afzettingen of kalkvorming, is het belangrijk het
apparaat, voordat het wordt geïnstalleerd, te reinigen volgens
de norm UNI-CTI 8065, met behulp van geschikte producten
zoals bijvoorbeeld Sentinel X300 (nieuwe systemen), X400 en
X800 (oude systemen) of Fernox Cleaner F3.
Bij de producten worden volledige aanwijzingen geleverd,
maar voor verdere uitleg is het mogelijk rechtstreeks contact
op te nemen met de fabrikant SENTINEL PERFORMANCE
SOLUTIONS LTD of FERNOX COOKSON ELECTRONICS.
Om het systeem na de reiniging te beschermen tegen corrosie
of afzettingen wordt geadviseerd remmers van het type Sentinel
X100 of Fernox Protector F1 te gebruiken.
Het is belangrijk om na iedere wijziging aan het systeem en
bij elke onderhoudsbeurt de concentratie van de remmer na te
gaan, volgens de aanwijzingen van de fabrikant (speciale tests
zijn verkrijgbaar bij de dealers).
De afvoer van de veiligheidsklep moet worden verbonden met
een opvangtrechter om de eventuele afgetapte vloeistof af te
voeren bij een ingreep.
Informatie:
Als het verwarmingssysteem niet wordt gereinigd of als er
geen geschikte remmer wordt gebruikt, vervalt de garantie
op de apparatuur en andere accessoires, zoals bijvoorbeeld
de pomp en de kleppen.
VULLEN VAN HET SYSTEEM
Het systeem moet langzaam worden gevuld, zodat luchtbellen
kunnen verdwijnen via de hiervoor aanwezige uitlaten op het
verwarmingssysteem.
Bij verwarmingssystemen met een gesloten circuit moeten
de koude vuldruk van het systeem en de voorvuldruk van het
expansievat overeenkomen.
• Bij verwarmingssystemen met open vat is direct contact
tussen de circulerende vloeistof en de lucht toegestaan.
Tijdens het seizoen waarin verwarming nodig is moet de
eindgebruiker regelmatig het niveau van het circulerende water
controleren in het expansievat.
De waterinhoud in het recirculatiesysteem moet constant
worden gehouden.
Er is een regelmatige controle van het waterniveau nodig, d.w.z.
om de 14 dagen, om de waterinhoud ongeveer constant te houden.
Als er water moet worden toegevoegd, moet het vulproces
worden uitgevoerd wanneer de thermokachel is afgekoeld tot
omgevingstemperatuur.
Deze voorzorgsmaatregelen hebben tot doel om het optreden
van thermische belasting van het stalen lichaam van de ketel te
voorkomen.
• Bij systemen met open vat mag de waterdruk in de
thermokachel - wanneer het systeem koud is - niet lager zijn
dan 0,3 bar;
• Het water dat gebruikt wordt om het verwarmingssysteem te
vullen moet schoon zijn en mag geen lucht bevatten.
GEBRUIKSAANWIJZING
- 83
Let op!
Meng het verwarmingswater niet met antivriesmiddelen of
corrosieremmers met onjuiste concentraties!
Hierdoor kunnen de pakkingen beschadigd raken en kan er
sprake zijn van lawaai tijdens de werking.
De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
persoonlijk letsel of materiële schade die ontstaat doordat
bovenstaand voorschrift niet in acht is genomen.
Nadat alle hydraulische verbindingen tot stand zijn
gebracht, moeten de afdichtingen onder druk worden
gecontroleerd door de ketel te vullen.
Dit moet voorzichtig worden gedaan, in de volgende fasen:
• open de ontluchtingsventielen van de radiatoren, de ketel en
het systeem;
• open de vulkraan van het systeem geleidelijk, en verzeker
dat eventuele automatische ontluchtingsventielen die deel
uitmaken van het systeem goed functioneren;
• sluit de ontluchtingsventielen van de radiatoren zodra er
water naar buiten komt;
• controleer op de manometer in het systeem of de druk een
waarde bereikt van ongeveer 1 bar (dit geldt alleen voor
systemen met gesloten vat - raadpleeg eventuele normen of
plaatselijke verordeningen die dit toestaan); voor systemen
met open vat vindt het bijvullen automatisch plaats via het vat
zelf;
• sluit de vulkraan van het systeem en ontlucht het systeem
opnieuw door middel van de ontluchtingsventielen van de
radiatoren;
• controleer of alle verbindingen goed dicht zijn;
• nadat de ketel voor het eerst is ontstoken en het systeem op
temperatuur is gebracht, stop de werking van de pompen en
voer de ontluchting opnieuw uit;
• laat het systeem afkoelen en breng het water, indien nodig,
opnieuw op een druk van 1 bar (dit geldt alleen voor
systemen met gesloten vat, raadpleeg eventuele normen of
plaatselijke verordeningen die dit toestaan); bij systemen met
open vat vindt het bijvullen automatisch plaats via het vat zelf
-