18. Se il termometro è stato conservato a
temperature inferiori allo zero, attendere che il
termometro si riscaldi a temperatura ambiente
prima dell'uso.
19. La funzione del termometro può deteriorarsi nei
casi seguenti:
impiego al di fuori del campo di temperature e
umidità specificato o se la temperatura corporea
del paziente è inferiore alla temperatura ambiente
(ambiente).
20. Utilizzare il termometro solo nelle stanze e non
vicino a telefoni cellulari o microonde.
un termometro la cui potenza massima supera i 2
W, la distanza minima dal termometro deve essere
di 3,3 m.
21. La misurazione serve da indicazione. In caso di
malattia o malessere, consultare un medico.
Misure cautelari
1. Non graffiare o rigare la sonda poiché ciò influirà
sull'efficacia del dispositivo.
2. Non aprire
il dispositivo a meno che non si
sostituisca la batteria.
3. Attendere almeno 30 minuti per una misurazione
dopo
aver
praticato
dell'attività
mangiato o dopo aver fatto un bagno.
4. Se la temperatura corporea è inferiore alla
temperatura
ambiente,
si
verificheranno
misurazioni errate.
5. Per garantire il miglior funzionamento del
dispositivo, seguire le condizioni di conservazione
nella sezione "Dati tecnici" per quanto riguarda la
gamma di temperature e umidità.
6. Smaltire il dispositivo e la batteria in conformità
con le normative vigenti delle autorità di protezione
ambientale.
7. Si prega di non utilizzare questo prodotto in un
forte campo magnetico. Ciò ha un impatto sul
risultato della misurazione.
8. Per la massima affidabilità di misurazione del
dispositivo, si consiglia un controllo del dispositivo
ogni due anni.
I-4
Reiniging:
1. Met een schone doek veegt u het apparaat
meermaals schoon.
2. Reinig het apparaat gedurende ca. 10-15
minuten
reinigingsmiddeloplossing van 5-10% en een
schone doek.
3. Zet de reiniging voort met een licht bevochtigde
doek, om op het apparaat achtergebleven
chemische restanten te vermijden.
4. Gebruik een licht bevochtigde doek om het
Nel caso di
apparaat met gedeïoniseerd of gedestilleerd
water schoon te vegen, om zo te verzekeren
dat alle resten van het reinigingsmiddel
verwijderd zijn.
5. Indien nodig herhaalt u de punten 2 tot 4 om er
zeker van te zijn dat het apparaat schoon is.
6. Tot slot moet het apparaat worden afgeveegd
met een schone doek om watervlekken te
verwijderen.
Desinfectie:
1. Desinfecteer het apparaat na afloop van de
reiniging.
2. Veeg de sensorpunt schoon met een doek
fisica,
dopo
gedrenkt
in
bijvoorbeeld
reinigings-alcohol
(contacttijd > 10 minuten voor desinfectie).
3. Het desinfectiemiddel moet restloos worden
verwijderd.
Drogen:
Na de reiniging en desinfectie moet het apparaat
drogen. Laat het apparaat 30-60 minuten aan de
lucht drogen bij 20-30°C.
Bewaar het apparaat in een droge, schone en
stofvrije omgeving bij gematigde temperaturen van
5°C tot 40°C.
ONDERHOUD EN BEWARING
1. Laat het apparaat niet vallen. Het is niet
schokvast.
2. Demonteer of verander het apparaat niet. Enkel
het openen van het batterijvak voor het vervangen
van de batterij is toegestaan.
met
een
milde
een
desinfec-tieoplossing,
van
70-75%
NL-13