membraanpomp N022.18, N026.18
Vereisten voor
de getranspor-
teerde media
Omgang met
gevaarlijke
media
Vertaling van de originele bedienings- en installatie-instructies, KNF 121224-121388
04/23
2.4 Bedrijfsomstandigheden
Gebruik de pompen alleen als ze in technisch perfecte staat
zijn en in overeenstemming met het beoogde gebruik en de
eisen ten aanzien van het veiligheids- en risicobewustzijn,
met inachtneming van de bedieningshandleiding.
De pompen mogen alleen worden gebruikt als ze compleet
zijn gemonteerd en geleverd.
Zorg ervoor dat de installatieplaats droog is en de pomp te-
gen regen, spat-, stuw-, en druppelwater en andere verontrei-
nigingen is beschermd.
Controleer regelmatig de dichtheid van de verbindingen tus-
sen leidingen/slang in de toepassing en de connectie met de
pomp (ofwel schakelleiding van de pomp). Bij lekkende ver-
bindingen bestaat het gevaar dat gevaarlijke gassen en dam-
pen uit het pompsysteem vrijkomen.
De op de pompen aan te sluiten componenten moeten zijn
berekend op de technische gegevens van de pompen.
2.5 Media
Controleer vóór het inschakelen van de pomp of het medium
in de desbetreffende toepassing veilig kan worden getrans-
porteerd/verpompt.
Houd hierbij ook rekening met een mogelijke verandering van
de aggregatietoestand (condensatie, kristallisatie).
Controleer vóór het gebruik van een medium of dit medium
compatibel is met de onderdelen op het systeem die hiermee
in contact komen (zie 3 Technische gegevens [} 13]).
Transporteer alleen gassen die onder de in de pomp optre-
dende drukken en temperaturen stabiel blijven.
Bij een breuk van de membraan en/of lekkage vermengt het
getransporteerde medium zich met de lucht in de omgeving
en/of in de pompbehuizing. Zorg ervoor dat hieruit geen ge-
vaarlijke situatie kan ontstaan.
Neem bij het transporteren van gevaarlijke media de veilig-
heidsvoorschriften voor de omgang met deze media in acht.
Veiligheid
NL
9