Publicidad
025163 Montagehandleiding.
1. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen. Eventueel
aanwezige kit ter plaatse van de trekhaak aanlegvlakken en kontraplaten verwijderen.
2. Verwijder de binnenbekleding of de binnenplaat. Haal de bevesting van de draadboom los en
leg deze opzij (dit in verband met boren).
3. Demonteer de achterste bouten t.p.v. de gaten "A" en boor t.p.v. dit gat van onder naar boven
een gat van ø10 mm.
Gebruik de bestaande lasmoer M12 als geleiding.
LET OP: beschadig de lasmoeren niet.
4. Demonteer het sleepoog aan de linkerzijde, deze wordt niet meer gebruikt. Demonteer de
bumpersteunbouten uit de onderzijde van de chassisbalk rechts. Laat het reservewiel zakken
zodanig dat ruimte ontstaat voor het plaatsen van de trekhaak. Demonteer de achterste uitlaat
ophangrubbers zodat de achterdemper kan zakken.
5. Alleen voor model GRAND VOYAGER geldt: maak een uitsparing in de onderzijde van de
bumper volgens detailschets.
6. Boor vanuit de koffer of laadruimte t.p.v. de gaten "A" het gat van ø10 op tot ø22 (tot en met
bovenkant bumpersteun).
7. Positioneer de kontraplaatjes "1" in de bumpersteunen met behulp van de bouten M12x35
zodanig dat de overeenkomstige gaten goed in een lijn liggen. Zet deze plaatjes vervolgens
vast met de bijbehorende klemmetjes.
8. Plaats de trekhaak onder de auto en monteer deze met de bestaande bouten bij "B". Monteer
vervolgens de bouten M12x35 inkl. veerringen en sluitringen bij "C".(Handvast aandraaien)
9. Monteer de afstandbusjes "2" en de verstevigingsstrip "3" te samen met 2 bouten M12x140
(incl. carrosserieringen) vanuit de koffer of laadruimte aan de bestaande lasmoeren M12 (op
aanhaalmoment vastzetten: 79 Nm).
10. Monteer de trekhaak t.p.v. de gaten "A" met moeren, veerringen en carrosserieringen M12.
11. Alleen voor de VAN-uitvoering:
Maak een uitsparing in de binnenplaat t.p.v. de gaten "A", t.b.v. de boutkoppen M12.
12. Plaats de kabelboom, binnenbekleding of de binnenplaat terug.
13. Zet de trekhaak vast. Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M12 - 79 Nm
Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken (volgens
gegeven aanhaalmomenten).
14. Zet de uitlaat en het reservewiel weer vast.
15. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals
veroorzaakt door de schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of
een persoon voor wie hij aansprakelijk is (art. 185, lid 2 N.B.W.).
025163 ANBAUANWEISUNG
1.
Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigunsteile auf Vollständigkeitj überprüfen. Im Bereich
der Befesti gungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2. Die Innenverkleidung oder die Innenplatte entfernen. Die Verkabelung lösen und diese zur Seite legen so
daß gebohrt werden kann.
3. Die hinteren Schrauben an den Löchern "A" demontieren und zu diesen Löchern von unten nach oben ein
Loch von ø 10 mm bohren. Die vorhandene Schweißmutter M12 als Führung verwenden.
ACHTUNG: die Schweißmuttern nicht beschädigen.
4. Die Abschleppöse an der linken Seite demontieren, diese wird nicht mehr benötigt. Die
Befestigungsschrauben der Stoßfängerstützen aus der Unterseite des Chassisrahmen (rechts)
demontieren. Das Reserverad senken um ausreichend Platz für die Montage der Anhängevorrichtung zu
schaffen. Die hinteren Auspuffaufhängegummis demontieren, um den Schalldämper abzusenken.
5.
Nur für Typ GRAND VOYAGER: einen Ausschnitt in der Unterseite des Stoßfängers gemäß Detail
vornehmen.
6. Vom Kofferraum aus zu den Löchern "A" das Loch von ø 10 bis ø 22 bohren (bis einschließlich
Oberseite Stoßfängerstütze).
7.
Die Gegenplatten "1" mit Hilfe der Schrauben M12x35 in den Stofßängerstützen so positionieren, daß die
übereinstimmenden Löcher auf einer Linie liegen. Die Platten mit den beigefügten Klemmen festsetzen.
8. Die Anhängevorrichtung unter das Fahrzeug halten und mit den vorhandenen Schrauben an "B"
montieren. Die Schrauben M12x35, Federringe und Unterlegscheiben an "C" montieren (handfest
anziehen).
9. Die Distanzbuchsen "2" und den Verstärkungsstreifen "3" mit zwei Schrauben M12x140 und
Karosseriescheiben vom Kofferraum aus an den vorhandenen Schweißmuttern M12 montieren
(Drehmoment 79 Nm).
10. Die Anhängevorrichtung mit Muttern, Federringen und Karosseriescheiben M12 an den Löchern "A"
montieren.
11. Nur für VAN-Ausführung: einen Ausschnitt in der Innenplatte (Löchern "A") für die Schraubenköpfe
M12 vornehmen.
12. Die Verkabelung, die Innenverkleidung oder die Innenplatte wieder anbringen.
13. Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M12 - 79 Nm
Nach ca. 1000 Km die Bolzenverbindung wie angegeben nachziehen.
14. Den Ausspuff und das Reserverad wieder anbringen.
15. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund
unsachgemäßer Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung (art. 185 lid 2 N.B.W.).
Publicidad
