Veiligheid van de batterijen
De FMHT77596 laser wordt gevoed door een Li-ion-batterij.
WAARSCHUWING:
Om het risico op letsel te beperken, moet
de gebruiker de gebruikershandleiding,
deLaserveiligheid handleiding en de Batterijveiligheid
handleiding lezen.
De accu opladen
Gebruik de oplader die met de FMHT77596 laser is
meegeleverd om de Li-ion batterij van de laser op te laden.
1.
Steek de stekker van de oplader in een stopcontact
(Afbeelding
).
C 1
2.
Trek het deksel aan de achterkant van de laser los en
schuif het opzij (Afbeelding
3.
Steek het kleine uiteinde van de kabel in de oplader
aansluiting van de laser (Afbeelding
4.
Geef de batterij de tijd volledig op te laden. De aan/uit LED
blijft branden terwijl de batterij wordt opgeladen.
5.
Als de aan/uit LED uit is, trek dan de oplader uit het
stopcontact en uit de oplader aansluiting van de laser.
6.
Duw het deksel weer op de oplader aansluiting.
Wanneer de laser niet in gebruik is, schuif dan de Power/
Transport vergrendeling naar LINKS in de Vergrendeld/UIT
stand (Afbeelding
) en spaar de batterijen.
A 6
Het montageblok gebruiken
Aan de onderzijde van de laser bevindt zich een beweegbaar
blok (Afbeelding
).
D
• Als u de laser met behulp van de magneten aan de voorzijde
) aan de zijkant van een stalen balk wilt
(Afbeelding
A 5
bevestigen, moet u het beweegbare blok niet uitschuiven
(Afbeelding
). U kunt dan de punt die omlaag wijst
D 1
uitlijnen met de rand van de stalen balk.
• U kunt de laser monteren boven een punt op de vloer
(met behulp van een multi-functionele beugel of een statief)
door het beweegbare blok uit te trekken tot het op z'n plaats
klikt (Afbeelding
). Zo kunt u de punt van de laser die
D 2
omlaag wijst, weergeven door het 5/8-11 montagegat en de
laser over het 5/8-11 montagegat roteren zonder dat u de
verticale positie van de laser hoeft te veranderen.
).
C 2
).
C 3
De laser inschakelen
1.
Plaats de laser op een glad, vlak en recht oppervlak.
2.
Schuif de schakelaar Power/Transport Lock naar rechts naar de
stand Unlocked/ON (Afbeelding
3.
Druk, zoals wordt getoond in Afbeelding
er worden 3 punten weergegeven (boven, voor en onder
de laser), en druk een tweede keer en er worden nog 2 punten
rechts en links van de laser weergegeven.
4.
Controleer de laserstralen. Het laserapparaat is zo ontworpen
dat het zichzelf waterpas stelt. Als het laserapparaat zo schuin
staat dat het zichzelf niet waterpas kan stellen (> 4°), knipperen
de laserstralen steeds twee keer en knippert
het toetsenblok (Afbeelding
5.
Als de laserstralen knipperen, is de laser niet waterpas (of
loodrecht) en mag NIET WORDEN GEBRUIKT voor het
bepalen of markeren van een lijn waterpas of loodrecht. Zet de
laser opnieuw goed neer op een oppervlak dat waterpas is.
6.
Als EEN van de volgende verklaringen WAAR is, ga dan
verder met de instructies voor Nauwkeurigheid van de laser
controleren EN GEBRUIK DAARNA PAS DE LASER voor
een project.
• Dit is de eerste maal dat u de laser gebruikt (in het
geval dat de laser blootgesteld is geweest aan extreme
temperaturen).
• De laser is al enige tijd niet op nauwkeurigheid gecontroleerd.
• De laser is misschien gevallen.
Nauwkeurigheid van de laser controleren
Het lasergereedschap wordt in de fabriek verzegeld en
gekalibreerd. U wordt geadviseerd de nauwkeurigheid te
controleren voordat u de laser voor de eerste keer gebruikt
(in het geval dat de laser blootgesteld is geweest aan extreme
temperaturen) en daarna regelmatig de nauwkeurigheid van uw
werk te controleren. Volg deze richtlijnen, wanneer u een van
de nauwkeurigheidscontroles in deze handleiding uitvoert:
• Gebruik een zo groot mogelijke ruimte/afstand, dicht bij
de werkafstand. Hoe groter de ruimte/afstand, des te
gemakkelijker is het de nauwkeurigheid van de laser te meten.
• Plaats de laser op een glad, vlak, stabiel oppervlak dat in
beide richtingen waterpas is.
• Markeer het middelpunt van de laserstraal.
).
A 7
, eenmaal op
A 2
voortdurend op
).
A 3
NL
49