• De functies MAX, MIN, DIF en AVG gelden enkel voor de huidige meting (tijd tussen het
indrukken en het loslaten van de meetknop [8]). De waarde wordt gewist bij een nieuwe
meting of indien de thermometer uitschakelt.
• Schakel tussen °C en °F door eerst het batterijvak [10] open te schuiven. Plaats de
keuzeschakelaar [K] onderaan de meetknop [8] op de gewenste meeteenheid. De eenheid
[F] wordt op de display weergegeven.
• Het batterijvak [10] bevat ook een vergrendelschakelaar [L]. Plaats deze schakelaar op ON
voor ononderbroken metingen. De ingestelde optie [D] wordt op de display weergegeven.
Start de meting door de meetknop [8] eenmaal in te drukken (schakel de laserpointer uit
om de batterij te sparen). Schakel de vergrendeloptie uit door de schakelaar [L] op OFF te
plaatsen. In vergrendelmodus kunt u nog steeds de EMS-, HAL- en LAL-waarde instellen.
• Met de derde schakelaar [M] stelt u de alarmwaarde in. Plaats de schakelaar op ON om de
functie in te schakelen (de thermometer piept indien de limieten worden overschreden). Een
aanduiding (HI of LOW [G]) verschijnt op de display.
• Sluit het batterijvak [10].
• Druk toets [7] in om de verschillende laser- en achtergrondverlichtingopties te doorlopen.
De laserpointer is ekel een richthulp. Wees voorzichtig bij het gebruik van deze laser en
raadpleeg eerst de veiligheidsinstructies.
druk
1
achtergrondverlichting aan
2
achtergrondverlichting en laser aan
3
achtergrondverlichting uit en laser aan
4
achtergrondverlichting en laser uit
Opmerkingen:
• De thermometer schakelt automatisch uit na ± 7 seconden, uitgenomen indien de
vergrendelmodus is ingeschakeld.
• Metingen verricht doorheen transparante objecten, bv. glas, zijn niet mogelijk. De
gemeten waarde is die van het transparante object.
• Damp, stof en rook beïnvloeden de nauwkeurigheid van de meting.
• Het is niet aan te raden de temperatuur van een gepolijst of glanzend object te meten.
Nuttige informatie
7.
Werkprincipe
De infraroodsensor van dit toestel neemt de uitgestraalde energie van een voorwerp op.
Deze energie wordt door de detector omgezet in een temperatuurwaarde. De laserpointer
dient enkel als richthulp.
Omgevingstemperatuur
Deze thermometer houdt automatisch rekening met de omgevingstemperatuur en
compenseert de waarden. Wacht daarom een 30-tal minuten tot de thermometer op
kamertemperatuur gekomen is alvorens hem te gaan gebruiken.
Oppervlaktetemperatuur
Laat de sensor enkele minuten rusten indien u schakelt van meting van de hoge
temperatuur naar meting van de lage temperatuur en omgekeerd.
Verhouding afstand-meetpunt
Hoe groter de afstand (D) tot het te meten oppervlak, hoe groter het meetpunt (S). Het
focale punt bedraagt 914 mm (36").
Gezichtsveld
Het te meten object dient groter te zijn dan het meetpunt zelf. Meet de temperatuur van
kleine objecten door de thermometer zeer dicht tegen dit object te houden. Zorg voor een
object dat minstens tweemaal zo groot is als het meetpunt voor de beste resultaten.
00 (23/10/2008)
DVM8838
resultaat
10
display
aanduiding [E]
aanduiding [E] + [D]
aanduiding [D]
geen aanduiding
®
Velleman