Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
• E1 temperatuurprobleem in de wijnkelder;
• E2 omgevingstemperatuur probleem;
• CE voor communicatiefout
6. UITRUSTINGEN
Het temperatuurregelsysteem
Volgens specialisten is de ideale temperatuur om wijn te bewaren ongeveer 12 °C, binnen een
temperatuurbereik van 10° tot 14 °C. Niet te verwarren met de serveertemperatuur, die verschilt op
basis van het specifieke type wijn en tussen de 5 tot 20 °C ligt.
Het is uiterst belangrijk om sterke temperatuurschommelingen te vermijden. Dit apparaat werd door
specialisten voor wijnliefhebbers ontwikkeld en houdt, in tegenstelling tot een gewone koelkast,
rekening met de gevoeligheid van 'grand cru's' voor sterke temperatuursschommelingen en verzekert
via een nauwkeurige bediening een constante gemiddelde temperatuur.
De winterfunctie
Uitgerust met een winterfunctie zorgt de kelder voor een goede bewaring van de flessen ondanks een
ongunstige omgeving. Uw kelder is voorzien van een verwarmingselement dat de temperatuur in de
kelder verhoogt bij abnormaal lage temperaturen. Met een buitentemperatuursensor kan hij de
omgevingstemperatuur meten om te weten wanneer de winterfunctie moet worden geactiveerd.
Het verwarmingselement wordt geactiveerd als aan de 2 onderstaande voorwaarden is voldaan:
- De temperatuur in de kelder is gelijk aan of lager dan de ingestelde temperatuur (+1,5°C)
- De kamertemperatuur is gelijk aan of lager dan de ingestelde temperatuur
Wanneer
de
binnentemperatuur
verwarmingselement uit. Noteren ; Voor een optimale werking en om de gewenste prestaties te
bereiken, is het apparaat ontworpen om te werken bij een omgevingstemperatuur tussen 23°C en 25°C.
Een omgevingstemperatuur boven of onder 23-25°C kan de prestaties van het apparaat beïnvloeden bij
het bereiken van de gewenste ingestelde temperatuur.
Het anti-trillingssysteem
De koelcompressor is voorzien van speciale schokdempers (de silent-blocks) en de binnenruimte is van
de buitenzijde geïsoleerd door een dikke laag polyurethaanschuim. Deze kenmerken voorkomen het
doorgeven van trillingen aan uw wijnen.
Ontdooien
Uw apparaat is uitgerust met een automatische ontdooicyclus. Tijdens de stilstand van de koelcyclus
worden de gekoelde oppervlakken van het apparaat automatisch ontdooid. Het op die manier
opgevangen dooiwater wordt afgevoerd naar een verdampingsbak voor condensaatwater, die zich vlak
bij de compressor op de achterkant van het apparaat bevindt. De warmte die door de compressor
geproduceerd wordt, verdampt vervolgens de condensaten die in de bak opgevangen werden.
hoger
is
dan
de
77
ingestelde
temperatuur,
schakelt
het
Publicidad
