Installatie
De volgende instructies moeten door een
vakbekwame technicus worden gelezen om
te verzekeren dat het apparaat volgens de
geldende voorschriften wordt geïnstalleerd,
geregeld en technisch wordt onderhouden.
OPGELET
Ontkoppel het fornuis
van de voeding voordat
u het afstelt, onder-
houdt, reinigt, etc.
Plaatsbepaling
Het apparaat kan worden geïnstalleerd
naast meubilair dat maximaal de hoogte
van de bovenkant van de kookplaat heeft.
Voor een juiste installatie van het fornuis,
houd rekening met de volgende voorzorgs-
maatregelen:
• Keukenkasten die naast het fornuis
en hoger dan de bovenkant van de
kookplaat zijn geïnstalleerd, moeten
zich op minstens
van de kookplaat bevinden.
• Installeer de dampkap volgens de
voorschriften die in de installatie-
handleiding van de desbetreffende
dampkap zijn vermeld, en dit min-
stens op een afstand van
• Installeer de wandkasten naast de
dampkap op een minimum hoogte
van
42
cm van de kookplaat.
• Als het fornuis onder een keuken-
kast wordt geïnstalleerd, moet de
afstand tussen de kast en de kook-
plaat minstens
• Boor een gat met een diameter van
5.5mm in de bodem, zoals weerge-
geven op figuur 11.
20
cm van de rand
65
cm.
70
cm bedragen.
Het apparaat gebruiken
Productafmetingen
De uitsnijding voor het meubel moet de
volgende afmetingen hebben.
Min.
42
cm
Min.
60
cm
Dampkap
Min.
65
cm (met dampkap)
Min.
70
cm (zonder dampkap)
Min.
42
cm
1040
mm
600
mm
600
mm
850
mm
Bedieningsknoppen
voor oven
Om een ovenfunctie te gebruiken, se-
lecteer eerst de functie met de linker
draaiknop en stel vervolgens de tem-
peratuur van de functie met de rech-
ter draaiknop in. Set de timer in het
midden in. Het controlelampje brandt.
Eenmaal de temperatuur binnenin de
oven de ingestelde temperatuur heeft
bereikt, wordt het verwarmingsele-
ment door de thermostaat uitgescha-
keld en dooft het controlelampje. Als
de temperatuur onder de ingestelde
temperatuur komt, wordt het verwar-
mingselement opnieuw ingeschakeld
en brandt het controlelampje opnieuw.
C
NL
33