4.2
Drukregelknop-instellingen (afb. 6)
1. Geel zone (Minimale Bar - 115 Bar)
2. Groen zone (115 - 230 Bar)
3. Zwart zone (pomp UIT geschakeld)
4. Rood zone (pulserende druk voor reiniging)
1
Min. PSI
(Bar)
4
Pulse
Clean
3
On/O
4.3
Aansluiting op het lichtnet
Aansluiten mag uitsluitend op een volgens de
voorschriften geaard stopcontact.
Let op
Controleer voor aansluiting op het lichtnet, dat de netspanning
overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje op het
apparaat.
Zodra de netstekker is aangesloten, brandt de groene
controlelamp onder de ON/OFF (AAN/UIT) schakelaar.
4.4
Reiniging van conserveringsmiddelen bij
eerste inbedrijfstelling
1. Aanzuigslang (afb. 6, pos. 2) en retourslang (1) in een
reservoir met geschikt reinigingsmiddel dompelen.
2. Ontlastingsventiel (3) openen, ventielstand PRIME (k
circulatie).
3. Apparaat inschakelen (4) ON (AAN).
4. Draai de drukregelknop (5) naar de minimumdruk in de
gele zone.
5. Wachten, tot er reinigingsmiddel uit de retourslang komt.
6. Ontlastingsventiel sluiten, ventielstand SPRAY (p
spuiten).
7. Haal de trekker van het spuitpistool over.
8. Spuit het reinigingsmiddel uit het apparaat in een open
verzamelreservoir.
Performance Series 850e
NL
2
Max. PSI
(Bar)
4/5
4.4.
Het apparaat met bedekkingsmateriaal in
gebruik nemen
1. Aanzuigslang (afb. 6, pos. 2) en retourslang (1) in het
reservoir met bedekkingsmateriaal dompelen.
2. Ontlastingsventiel (3) openen, ventielstand PRIME (k
circulatie).
3. Apparaat inschakelen (4) ON (AAN).
4. Draai de drukregelknop (5) naar de minimumdruk in de
gele zone.
5. Wachten tot er bedekkingsmateriaal uit de retourslang
komt.
6. Ontlastingsventiel sluiten, ventielstand SPRAY (p
spuiten).
7. Spuitpistool meerdere keren bedienen en in een
verzamelreservoir spuiten, tot het bedekkingsmateriaal
ononderbroken uit het spuitpistool komt.
8. Druk verhogen, de drukregelknop langzaam hoger draaien
Spuitresultaat controleren, druk verhogen tot de
verstuiving optimaal is.
Drukregelknop altijd op de laagste stand zetten waarbij de
verstuiving nog goed is.
9. Het apparaat is klaar om te spuiten.
27
Inbedrijfstelling
3
1
2