10. Draai het vloeistofonderdeel naar links om het te
verwijderen van de versnellingsbakbehuizing.
11. Plaats de cilinder van het vloeistofonderdeel recht in een
klemschroef door de vlakke delen van de schroefsleutel
samen te klemmen (Fig. 12, pos. 1).
De klemschroef niet te vast draaien. De cilinder
kan beschadigd raken.
12. Draai de behuizing van de inlaatklep (2) los en verwijder
het van de cilinder.
13. Verwijder de langerring (3), de O-ring (4), de O-ring (5), de
zitting van de inlaatklep (6) de bal van de inlaatklep (7) en
de bovenste balgeleider (8).
14. Reinig alle onderdelen met het toepasselijke
reinigingsmiddel.
Controleer de behuizing van de inlaatklep (2), de zitting
van de inlaatklep (6) en de bal van de inlaatklep (7) op
slijtage en vervang indien nodig de onderdelen. Als de
versleten zitting van de inlaatklep (6) niet is gebruikt aan
de ene kant, installeer ze dan langs de andere kant.
1
15. Verwijder met behulp van een schroefsleutel de bovenste
afdichtring (Fig. 13, pos. 1).
16. Schuif de zuigerstang (2) uit doorheen de onderkant van
de cilinder.
17. Inspecteer de zuigerstang (2) op slijtage en vervang indien
nodig.
18. Verwijder de cilinder uit de klemschroef.
19. Breng de aansluitpen (3) in doorheen de opening
bovenaan de zuigerstang (2) en klem elk uiteinde van de
aansluitpen in de klemschroef. Zo wordt de zuigerstang in
positie gehouden voor demontage.
klem de zuigerstang niet rechtstreeks in de
klemschroef. Dit zal schade aan de zuigerstang
veroorzaken.
20. Gebruik een 3/8" zeskantige moersleutel, draai de
behuizing van de uitlaatklep (4) los en verwijder het van
de zuigerstang (2).
Performance Series 850e
NL
8
7
6
5
4
3
2
33
21. Verwijder de bovenste afdichting (5), de bovenste
balgeleider (6) de bal van de uitlaatklep, de wasring (8) en
de zitting van de uitlaatklep (9).
22. Verwijder eventueel afvalmateriaal en bekijk de borgring
(1) en de zitting van de uitlaatklep (9). Keer de zitting bij
beschadiging om of vervang ze.
23. Monteer de uitlaatklep opnieuw in de zuigerstang (2); volg
hierbij de stappen voor demontage in de omgekeerde
volgorde.
24. Verwijder de zuiger van tussen de klemschroef en
verwijder de trekstang (3).
25. Als u de pakkingen van het vloeistofonderdeel wenst te
vervangen, ga dan verder naar onderdeel 11.3. Zo niet,
monteer het vloeistofonderdeel opnieuw; volg hierbij de
stappen voor demontage in de omgekeerde volgorde.
1
11.3
Pakkingen
1. Verwijder de behuizing van de inlaatklep en de zuiger in
overeenstemming met stappen 1-17 in hoofdstuk 11.2,
pagina 32.
2. Het is niet nodig het uitlaatventiel te demonteren.
3. Verwijder de bovenste steunring (Fig. 14, pos. 6) en de
bovenste pakking (1) van bovenaan de cilinder (2).
4. Verwijder de adapter (3) en de onderste pakking (4) van
onderaan de cilinder.
Wees voorzichtig om geen schrammen of
krassen op de cilinder te maken of de cilinder op
enige andere manier te beschadigen tijdens het
verwijderen van de pakkingen.
5. Reinig de cilinder (2). Inspecteer de cilinder op schade en
vervang indien nodig.
6. Plaats de cilinder (2) rechtop in een klemschroef door de
vlakke delen van de schroefsleutel samen te klemmen (5).
7. Lokaliseer de nieuwe bovenste en onderste pakkingen en
verwijder de voorgevormde hulpmiddelen. Bewaar het
voorgevormde hulpmiddel van de bovenste pakking voor
gebruik als inbrenghulpmiddel voor de zuiger later tijdens
deze procedure.
Reparaties aan het apparaat
3
2
5
6
7
8
9
4