3. Druk op
.
4. Zie boven "De pincode instellen" To set a pin code.
Een pincode wissen
Pincode 1 kan niet worden gewist. Om een andere code te wissen:
1. Om de optie te selecteren: ga naar de programmeermodus, ga naar "Gen. Settings", selecteer "Pin Code"
en druk op OK.
2. Selecteer de code die u wilt wissen met behulp van de pijltjestoetsen en druk op OK.
3. Druk nogmaals op OK.
7.5
Temp. Code (tijdelijke code)
Gebruik
•
•
•
Standaardwaarde
•
Eigenschappen
•
•
•
Een tijdelijke code instellen
1. Om de optie te selecteren: ga naar de programmeermodus, ga naar "Gen. Settings", selecteer "Temp.
Code" en druk op OK.
2. Toets een 4-cijferige code in en druk op OK.
3. Herhaal de code en druk op OK.
4. Stel de optie "Latch Rpt" ("latch key reporting", sleutelrapportering) in.
Deze optie is enkel zichtbaar indien de "Latch Option"-optie op ON staat in de speciale instellingen.
o
Zie "Sleutelrapport" in hoofdstuk 8 "Special Settings" voor meer informatie.
5. Druk op OK.
Een tijdelijke code wijzigen
1. Om de optie te selecteren: ga naar de programmeermodus, ga naar "Gen. Settings", selecteer "Temp.
Code" en druk op OK.
V. 04 – 11/02/2016
Wordt gebruikt om het alarmsysteem in of uit te schakelen voor een tijdelijke
gebruiker.
Eén keer geldig voor het in- of uitschakelen van het alarm.
Eenmaal gebruikt wordt de code automatisch gewist. U moet ze opnieuw instellen
indien nodig.
Niet ingesteld
4 cijfers
Optioneel
Wordt gewist bij het resetten van het systeem (zie hoofdstuk "Systeem resetten")
CTC1000
45
©Velleman nv