5.
Was het voorfilter (C, afbeelding 15), indien aanwezig, in water met een vloeibaar
reinigingsmiddel. Laat het voorfilter volledig aan de lucht drogen. Smeer het
voorfilter NIET.
6.
Installeer het droge voorfilter (C, afbeelding 15), indien aanwezig, en het filter (B).
7.
Plaats het deksel (A, afbeelding 15) en zet het vast met de bevestiging(en) (D).
Controleer of de bevestiging(en) goed vastzit(ten).
Papieren luchtfilter
1.
Maak de bevestiging(en) (A, afbeelding 16) los.
2.
Verwijder het deksel (B, afbeelding 16).
3.
Verwijder de bevestiging (E, afbeelding 16).
4.
Haal het voorfilter (D, afbeelding 16) en het filter (C) voorzichtig uit de houder van
het luchtfilter (F).
5.
Tik het filter (C, afbeelding 16) zachtjes op een hard oppervlak om het vuil los te
maken. Als het filter vuil is, vervangt u het door een nieuw filter.
6.
Verwijder het voorfilter (D, afbeelding 16) uit het filter (C).
7.
Was het voorfilter (D, afbeelding 16) in water met een vloeibaar reinigingsmiddel.
Laat het voorfilter volledig aan de lucht drogen. Smeer het voorfilter niet.
8.
Monteer het droge voorfilter (D, afbeelding 16) op het filter (C).
9.
Monteer het filter (C, afbeelding 16) en het voorfilter (D) op de houder van het
luchtfilter (F) en op tapbout (G). Controleer of het filter correct gemonteerd is op de
houder van het luchtfilter met een bevestiging (E).
10. Monteer de deksel (B, afbeelding 16) en zet deze vast met de bevestiging(en) (A).
Zorg dat de bevestiging(en) goed vast zit(ten).
Onderhoud aan het brandstofsysteem
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn ontvlambaar en explosief. Brand of explosies
kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
•
Houd brandstof uit de buurt van vonken, open vuur, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
•
Controleer regelmatig de brandstofleidingen, brandstoftank, brandstofvuldop en
aansluitingen op scheuren of lekkages. Vervang beschadigde onderdelen.
•
Indien brandstof wordt gemorst, wacht tot deze verdampt is voordat u de motor
start.
Brandstoffilter, indien geïnstalleerd
1.
Wanneer u het brandstoffilter (A, afbeelding 17) vervangt, moet u eerst de
brandstoftank aftappen of de brandstofafsluitklep sluiten. Als de brandstoftank
niet wordt afgetapt, kan brandstoflekkage optreden en brand of een explosie
veroorzaken.
2.
Druk de lipjes (B, afbeelding 17) op de klemmen (C) samen met een tang. Beweeg
de klemmen daarna weg van het brandstoffilter (A).
3.
Draai en trek de brandstofleidingen (D, afbeelding 17) van het brandstoffilter af.
4.
Controleer de brandstofleidingen (D, afbeelding 17) op barsten of lekkage. Vervang
indien noodzakelijk de brandstofleidingen.
5.
Vervang het brandstoffilter (A, afbeelding 17).
6.
Bevestig de brandstofleidingen (D, afbeelding 17) met klemmen (C).
Brandstofzeef, indien geïnstalleerd
1.
Verwijder de brandstofdop (A, afbeelding 18).
2.
Verwijder de brandstofzeef (B, afbeelding 18).
3.
Reinig of vervang de brandstofzeef wanneer deze vuil is. Vervang een
brandstofzeef altijd door een origineel vervangingsonderdeel.
Onderhoud aan het koelsysteem
WAARSCHUWING
Tijdens het gebruik worden de motor en de demper heet. Als u een hete motor
aanraakt, kan dit thermische brandwonden veroorzaken.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en snoeihout kunnen vlam vatten.
•
Voordat u de motor of demper aanraakt, stop de motor en wacht twee (2)
minuten. Zorg ervoor dat de motor en de demper veilig zijn om aan te raken.
•
Verwijder vuil van de demper en de motor.
OPGEPAST
Gebruik geen water om de motor te reinigen. Water kan verontreiniging van het
brandstofsysteem veroorzaken. Gebruik een borstel en droge doek om de motor te
reinigen.
80
Dit is een luchtgekoelde motor. Vuil kan de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen
dat de motor te heet wordt, wat resulteert in onbevredigende prestaties en een kortere
levensduur van de motor.
1.
Verwijder vuil uit het luchtinlaatrooster met behulp van een borstel of droge doek.
2.
Houd verbindingen, veren en bedieningen schoon.
3.
Zorg dat het gebied rond en achter de demper, indien aanwezig, vrij blijft van
brandbaar vuil.
4.
Zorg ervoor dat de oliekoelerribben, indien aanwezig, schoon zijn.
Na verloop van tijd kan zich vuil ophopen in de koelribben van de cilinder en
veroorzaken dat de motor oververhit raakt. Dit ongewenste materiaal kan niet verwijderd
worden zonder de motor deels te demonteren. Laat een erkende servicedealer van
Briggs & Stratton het luchtkoelingssysteem inspecteren en reinigen zoals aanbevolen in
het Onderhoudsschema.
Opslag
Brandstofsysteem
Raadpleeg afbeelding: 19.
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn ontvlambaar en explosief. Brand of explosies
kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
Brandstofopslag
•
Omdat waakvlammen of andere ontstekingsbronnen explosies kunnen
veroorzaken, moet u brandstof of de machine uit de buurt houden van ovens,
kachels, boilers of andere apparaten met waakvlammen.
Hou de motor waterpas (normale bedrijfsstand). Vul de brandstoftank (A, afbeelding
19) met brandstof. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant van de vulhals (B)
omdat de brandstof uitzet.
Brandstof kan oud worden als deze langer dan 30 dagen in een opslagcontainer wordt
bewaard. Het gebruik van een alcoholvrije brandstofstabilisator en ethanolbehandeling
in de brandstofopslagtank wordt aanbevolen om brandstofdegradatie te voorkomen en
de brandstof vers te houden.
Wanneer u de brandstofcontainer met brandstof vult, voegt u een alcoholvrije
brandstofstabilisator toe zoals gespecificeerd in de instructies van de fabrikant. Als de
benzine in de motor niet is behandeld met een brandstofstabilisator, moet deze worden
afgetapt in een goedgekeurde container. Laat de motor draaien totdat de brandstof op
is.
Motorolie
Ververs de motorolie als de motor nog warm is. Raadpleeg het gedeelte Motorolie
verversen.
Problemen oplossen
Assistance
Als u hulp nodig hebt, neem dan contact op met uw dealer of ga naar
BRIGGSandSTRATTON.COM of bel 1-800-444-7774 (in de USA).
Specificaties
Specificaties en serviceonderdelen
Model: 106200
Cilinderinhoud
Boring
Slag
Oliecapaciteit
Elektrodeafstand van bougie
Aanhaalkoppel bougie
Luchtspleet van ontstekingsspoel
Inlaatklepspeling
Uitlaatklepspeling
Het motorvermogen neemt 3,5% af voor elke 300 meter (1000 voet) boven zeeniveau
en 1% voor elke 5,6 °C (10 °F) boven 25 °C (77 °F). De motor werkt goed tot een
hellingshoek van 15°. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de machine voor de
maximaal toegestane hellingshoeken die veilig zijn.
Serviceonderdelen - Model: 106200
Serviceonderdeel
9.95 ci (163 cc)
2.677 in (68 mm)
1.77 in (45 mm)
18 - 20 oz (,54 - ,59 L)
.030 in (,76 mm)
180 lb-in (20 Nm)
.010 - .014 in (,25 - ,35 mm)
.004 - .006 in (,10 - ,15 mm)
.006 - .008 in (,15 - ,20 mm)
Onderdeelnummer