• Leidingen in koelsystemen moeten zo worden ontworpen en
geïnstalleerd dat de waarschijnlijkheid van een hydraulische schok
die het systeem beschadigt, tot een minimum wordt beperkt.
• Solenoïde kleppen moeten op juiste wijze in de leidingen worden
geplaatst zodat hydraulische schokken worden vermeden.
• Solenoïde kleppen mogen de vloeibare koelvloeistof niet
tegenhouden, tenzij voorzien is in voldoende afvoer aan de lagedruk-
zijde van het koelsysteem.
• Stalen leidingen en componenten moeten tegen corrosie worden
beschermd met een roestwerende coating, een woord dat isolatie
wordt aangebracht.
• Flexibele leiding-elementen moeten tegen mechanische
beschadiging, al te veel spanning door torsie of andere krachten
worden beschermd. Zij moeten jaarlijks op mechanische schade
worden gecontroleerd.
• De binnen-apparatuur en -leidingen moeten stevig worden
gemonteerd en beschermd, zodat de apparatuur niet kan
openbarsten door het verplaatsen van meubels of door
reconstructiewerk.
• Wanneer het gebruik van veiligheidskleppen wordt opgegeven, kan
de minimale omvang van de ruimte worden bepaald op basis van de
maximale hoeveelheid koelvloeistof die kan worden gelekt volgens
de handleiding in de installatiehandleiding.
• Wanneer het gebruik van veiligheidskleppen wordt opgegeven, moet
voor de plaatsing van de klep in het koelsysteem ten opzichte van de
ingenomen ruimte, de beschrijving in de installatiehandleiding
worden gevolgd.
• Ter plaatse gemaakte verbindingen voor koelvloeistof moeten op
dichtheid worden getest. De testmethode moet een gevoeligheid
hebben van 5 gram koelvloeistof per jaar of beter, onder een druk van
tenminste 0,25 maal de maximaal toegestane druk. Er mag geen
lekkage worden waargenomen.
• De totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem kan niet hoger zijn
dan de vereiste minimale vloeroppervlakte van de kleinste ruimte die
wordt bediend. Zie de installatie- en gebruikershandleiding van de
buitenunit voor minimale vloeroppervlaktevereisten voor binnenunits.
• Bij het aansluiten op een buitenunit met R32-koelmiddel en het
gebruik van een lekdetector, schakelt u de binnenunit altijd na
installatie in, behalve tijdens onderhoud om koelmiddellekkage te
detecteren en veiligheidsmaatregelen te nemen.
Ongeventileerde ruimte
• Het apparaat moet zo worden geplaatst dat mechanische
beschadiging niet kan plaatsvinden.
147-NL
Informatie over service
1.Controle van de ruimte
• Voordat begonnen wordt met werkzaamheden aan systemen die
brandbare koelvloeistoffen bevatten, zijn veiligheidscontroles
noodzakelijk zodat gewaarborgd is dat het risico van ontbranding
minimaal is. Voor reparatie aan het koelsysteem, moet aan de
voorzorgsmaatregelen in item 2 tot 6 worden voldaan, voordat werk
aan het systeem wordt uitgevoerd.
2.Werkprocedure
• Werkzaamheden moeten worden ondernomen volgens een
gecontroleerde procedure, zodat het risico van aanwezigheid van
brandbaar gas of brandbare damp tijdens de uitvoering van de
werkzaamheden, tot een minimum wordt beperkt.
• Bij het aansluiten op een buitenunit met R32-koelmiddel en het
gebruik van een lekdetector, kan de ventilator automatisch werken,
zelfs als de airconditioner wordt gestopt wanneer een koelmiddellek
wordt gedetecteerd. Pas op dat u zich niet verwondt aan de ventilator.
3.Algemene werklocatie
• Alle onderhoudspersoneel en andere personen die werken op de
locatie moeten worden geïnstrueerd over de aard van het werk dat
wordt uitgevoerd.
• Werken in beperkte ruimten moet worden vermeden.
• Het gebied rond de werkruimte moet worden afgezet.
• Zorg ervoor dat de omstandigheden binnen de ruimte veilig zijn
gemaakt doordat brandbaar materiaal onder controle wordt
gehouden.
4.Controleren op de aanwezigheid van koelvloeistof
• De ruimte moet worden gecontroleerd met een geschikte detector
voor koelvloeistof voorafgaand aan en tijdens de werkzaamheden,
zodat gewaarborgd is dat de monteur zich bewust is van mogelijk
brandbare stoffen in de atmosfeer.
• Zorg ervoor dat de apparatuur voor lekkagedetectie die wordt
gebruikt, geschikt is voor alle gebruikte koelvloeistoffen, dat wil
zeggen, niet-vonkend, voldoende afgedicht en intrinsiek veilig.
5.Aanwezigheid van een brandblusser
• Als materialen worden verhit bij werkzaamheden aan de
koelapparatuur of ermee verband houdende onderdelen, moet een
geschikte brandblusser onder handbereik zijn.
• Plaats een brandblusser met droog poeder of CO
vullocatie.
– 74 –
dicht bij de
2
148-NL