roleer vervolgens de toestand van het mes en de
meshouder. Als het mes beschadigd is, moet het
worden vervangen.
6.3 Motor afzetten
Om de motor af te zetten laat u de motor-
start-/motorstophendel los (fi g. 5a, pos. 1a).
Trek de bougiestekker van de bougie af om te
vermijden dat de motor start. Controleer vóór het
herstarten de trekkabel van de motorrem. Con-
troleer of de trekkabel juist is gemonteerd. Een
geknikte of beschadigde stopkabel moet worden
vervangen.
6.4 Leegmaken van de grasopvangzak
Als de opvangzak gevuld is, dan wordt het lucht-
debiet minder en de vulstandindicator (4b) ligt
dicht tegen de opvangzak aan (fi g. 13). Maak de
opvangzak leeg en het uitwerpkanaal vrij.
Gevaar! Alvorens de opvangzak eraf te ne-
men de motor afzetten en wachten tot het
maaigereedschap tot stilstand is gekomen.
Om de opvangzak af te nemen tilt u met één hand
de uitwerpklep op en met de andere hand neemt
u de opvangzak aan het handvat uit (fi g. 4a).
Overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften
valt de uitwerpklep bij het wegnemen van de
opvangzak dicht en sluit de achterste uitwerpope-
ning. Als daarbij grasresten in de opening blijven
hangen, trekt u de maaier best ongeveer 1 m
terug om het starten van de motor te vergemak-
kelijken.
Grasresten in het koetswerk van de maaier en op
het werkgereedschap niet met de hand of de voet
verwijderen maar met de gepaste hulpmiddelen,
b.v. borstel of handveger.
Om een goed opraapresultaat te bereiken dienen
de opvangzak en vooral het net na gebruik van
binnen te worden schoongemaakt.
Opvangzak enkel vasthaken als de motor afgezet
is en het maaigereedschap stilstaat.
Uitwerpklep met één hand optillen en met de
andere hand de opvangzak aan het handvat vast-
houden en van boven vasthaken.
Anl_GC_PM_46_5_S_SPK13.indb 93
NL
7. Reiniging, onderhoud, opbergen,
transport en bestellen van
wisselstukken
Gevaar!
Werk nooit aan onderdelen van het ontste-
kingssysteem waarop spanning staat en raak
deze nooit terwijl de motor draait. Trek vóór alle
onderhoudswerkzaamheden de stekker van de
ontstekingskabel van de bougie af. Voer nooit om
het even welke werkzaamheden op het draaiende
toestel uit. Werkzaamheden die niet in deze hand-
leiding beschreven zijn mogen enkel door een
geautoriseerde vakwerkplaats worden uitgevoerd.
7.1 Reiniging
Het valt aan te raden om de maaier na elk gebruik
grondig schoon te maken. Vooral de onderkant en
de mesdrager. Daarvoor kantelt u de grasmaaier
naar beneden door de schuifbeugel naar achter
te drukken.
Aanwijzing: Voordat u de grasmaaier kantelt,
moet u de brandstoftank volledig leegmaken met
een afzuigpomp. De grasmaaier mag niet meer
dan 90 graden worden gekanteld. Vuil en gras
verwijdert u best meteen na het maaien. Vast-
gekoekte grasresten en vuil kunnen het maaien
moeilijker maken. Controleer of het grasuitwerp-
kanaal vrij is van grasresten en verwijder die indi-
en nodig. Maak de grasmaaier nooit schoon met
een waterstraal of hogedrukreiniger. Zorg ervoor
dat geen water binnen in het apparaat terecht
kan komen. Agressieve reinigingsmiddelen zoals
koudreinigers of wasbenzine mogen niet worden
gebruikt.
7.2 Onderhoud
Voor onderhoudsintervallen wordt verwezen
naar het bijgaande onderhoudsboekje Ben-
zine.
Aanwijzing: Vervuild onderhoudsmateriaal, afge-
werkte oliën, vetten enz. naar een daartoe voorzi-
en inzamelpunt brengen.
7.2.1 Benzinemotor
Aanwijzing! Motor nooit zonder of met te weinig
olie laten draaien. Dit kan ernstige schade aan de
motor veroorzaken.
- 93 -
18.10.2021 11:19:14