1.
Identificatiegegevens
Versie
2.
Algemene aanwijzingen
Handleiding lezen, in acht nemen, voor later gebruik bewaren en te allen tijde beschikbaar houden.
3.
Veiligheid
3.1.
BASISVEILIGHEIDSEISEN
VOORZICHTIG
Overschrijding van de werkdruk
Gevaar voor letsel door barstende slang.
»
Werkdruk van 10 bar niet overschrijden.
»
Alleen op leidingen, compressoren aansluiten, die overschrijding van de werkdruk voorkomen.
3.2.
BEOOGD GEBRUIK
Voor gebruik met perslucht.
Voor industrieel en particulier gebruik.
Alleen gebruiken in technisch onberispelijke en bedrijfszekere staat.
3.3.
ONJUIST GEBRUIK
Niet met vloeistoffen, andere gassen of persluchtflessen gebruiken.
Niet zelf ombouwen.
Niet op personen of dieren richten.
Maximaal toegestane werkdruk niet overschrijden.
Slang niet knikken of belasten.
Niet gebruiken in omgevingen met explosiegevaar.
Niet blootstellen aan grote hitte, direct zonlicht, open vuur of vloeistoffen.
Niet geschikt om door kinderen te worden gebruikt.
3.4.
VEILIGHEIDSUITRUSTING
Tijdens het gebruik veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen en gehoorbescherming dragen.
Nationale en regionale voorschriften voor veiligheid en ongevallenpreventie in acht nemen. Beschermende kleding zoals
voetbescherming en veiligheidshandschoenen moeten overeenkomstig de bij de desbetreffende werkzaamheid te ver-
wachten risico's worden gekozen, beschikbaar worden gesteld en worden gedragen.
3.5.
PERSOONLIJKE KWALIFICATIE
Specialist voor mechanische werkzaamheden
Specialist als bedoeld in deze documentatie zijn personen die vertrouwd zijn met opbouw, mechanische installatie, inge-
bruikneming, verhelpen van storingen en onderhoud van het product en over de volgende kwalificaties beschikken:
Kwalificatie/opleiding op het gebied van mechanica volgens de nationaal geldende voorschriften.
Geïnstrueerde persoon
Geïnstrueerde persoon als bedoeld in deze documentatie zijn personen die zijn geïnstrueerd voor de uitvoering van werk-
zaamheden op het gebied van transport, opslag en gebruik.
4.
Overzicht van het apparaat
4.1.
BLAASPISTOOL
A
Luchtblaaspistool met snelsluitingsknop.
Ontgrendeling voor opzetstukken in verschillende posities en hoeken mogelijk.
4.2.
NIPPELSET
B
1
*/** Veiligheidsontluchtingspunt voor stalen verlengstuk (maximale werkdruk: 11 bar).
2
Conisch gevormde rubberpunt (D16) voor het afdichten van het uit te blazen gedeelte (maximale werkdruk:
11 bar).
01 Vertaling van de originele bedieningshandleiding
www.hoffmann-group.com
de
en
cs
da
es
fi
fr
hr
hu
it
lt
nl
pl
pt
ro
ru
sl
sv
zh
37