GARANT Blaaspistool met nippelset
de
3
Ø 6x100 mm stalen verlengstuk voor 6 afzonderlijke hoeken.
4
100 mm kunststof verlengstuk.
en
5
Turbonippel met 3-voudige luchtstroom.
6
1-1/4" x 42 mm ventilatorpunt.
7
*/** Veiligheidsontluchtingsnippel voor blaaspistool.
cs
* Occupational Safety and Health Administration (OSHA-nippel).
** Bij de ingangsdruk van 6.2 bar wordt voorkomen, dat de druk 2.0 bar overstijgt.
da
5.
Montage
5.1.
PERSLUCHTAANSLUITING OP BLAASPISTOOL
es
C
LET OP! Blaaspistool en schroefverbindingen voor persluchtaansluiting schoon houden. Bij verontreiniging
reinigen.
fi
ü Steeknippel-persluchtkoppeling met buitendraad ¼ inch en afdichtmiddel voorbereid.
1. Steeknippel-persluchtkoppeling met buitendraad in luchttoevoerdraad in ¼ inch het blaaspistool schroeven.
fr
»
Aansluiting voor persluchtvoorziening tot stand gebracht.
5.2.
MET PERSLUCHTVOORZIENING VERBINDEN
VOORZICHTIG
hr
Bewegende delen
Gevaar voor beknelling van handen en vingers.
»
Niet tussen de snelspankoppeling en steeknippel van de persluchtvoorziening grijpen tijdens het bedienen van de snel-
hu
spankoppeling.
ü Persluchtaansluiting van het blaaspistool gemonteerd.
it
1. Vergrendeling snelspankoppeling van de persluchtvoorziening naar achteren trekken.
»
Snelspankoppeling is ontgrendeld.
2. Snelspankoppeling op steeknippel van de persluchtkoppeling steken.
lt
3. Vergrendeling van de snelspankoppeling loslaten.
»
Persluchtvoorziening met blaaspistool tot stand gebracht.
6.
Bediening
nl
VOORZICHTIG
Bewegende delen
pl
Gevaar voor beknelling van handen en vingers.
»
Tijdens het bedienen van de ontkoppelhendel niet tussen de ontkoppelhendel en de behuizing van het blaaspistool
grijpen.
pt
»
Tijdens het bedienen van de snelspankoppeling niet tussen de nippel en vergrendeling van het blaaspistool grijpen.
6.1.
BLAASPISTOOL GEBRUIKEN
ro
ü Blaaspistool op persluchtvoorziening aangesloten.
1. Nippels met blaaspistool verbinden.
2. Ontkoppelhendel tot aan de aanslag indrukken, om perslucht uit de geplaatste nippels te krijgen.
ru
3. Ontkoppelhendel loslaten.
6.2.
NIPPELOPZETSTUKKEN WISSELEN
D
sl
ü Nippelopzetstuk overeenkomstig de toepassing geselecteerd.
1. Vergrendeling van het blaaspistool bedienen.
»
Snelspankoppeling ontgrendeld.
sv
2. Nippelopzetstuk plaatsen en met snelspankoppeling verbinden.
3. Vergrendeling van de snelspankoppeling vergrendelen.
zh
»
Nippelopzetstuk met blaaspistool verbonden.
38