11.4.2 Aanslagrail instellen (afb. 22 + 26)
1.
Om de aanslagrail (8a) naar het onderste gelei-
deoppervlak te verplaatsen, maakt u de twee kar-
telmoeren (G) los om de aanslagrail (8a) van de
parallelaanslag (8) los te maken.
2.
Trek de aanslagrail (8a) langs de groef naar buiten.
3.
Draai de aanslagrail (8a) en schuif deze langs de
tweede groef in.
4.
Haal nu de kartelmoeren (G) weer aan.
5.
De omzetting naar het hoge geleidingsvlak moet
analoog worden uitgevoerd.
11.4.3 Zijde van de parallelaanslag wisselen (afb. 22)
1.
Draai de kartelmoeren (G) geheel af.
2.
Verwijder de aanslagrail (8a) en steek de twee
slotbouten M6 x 55 mm (E) op de tegenoverliggen-
de zijde van de parallelaanslag (8) weer in.
11.4.4 Zaagbreedte instellen (afb. 27)
• Bij het in de lengte zagen van houten delen moet de
parallelaanslag (8) worden gebruikt.
• De parallelaanslag (8) kan op beide zijden van de
zaagtafel (5) worden gemonteerd.
• Aan de voorste geleiderail (7b) bevinden zich twee
schalen, die de afstand tussen de aanslagrail (8a)
en het zaagblad (1) (zaagbreedte) weergeven:
-
Gebruik de zwarte schaalverdedeling in zwarte
letters als u de aanslagrail (8a) hebt gemonteerd.
-
Gebruik de oranje schaalverdeling als u de pa-
rallelaanslag (8) zonder de aanslagrail (8a) ge-
bruikt.
Om de parallelaanslag (8) op een specifieke afmeting
in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1.
Til de excenterhendel (8b) op.
2.
Verschuif de parallelaanslag (8) tot de gewenste
afmeting op de schaalverdeling van de voorste ge-
leiderail (7b) in het kijkglas (29) zichtbaar is.
3.
Druk de excenterhendel (8b) volledig naar bene-
den om deze te fixeren.
11.4.5 Aanslaglengte instellen (afb. 28)
Om vastlopen van het zaagmateriaal te voorkomen,
kan de aanslagrail (8a) in de lengterichting worden
verschoven.
Vuistregel: Het achterste einde van de aanslag stoot
tegen een bedachte lijn, die ongeveer bij het midden
van het zaagblad begint en onder een hoek van 45 °
naar achteren verloopt.
1.
Stel de gewenste zaagbreedte in.
2.
Draai de kartelmoeren (G) los.
3.
Verschuif de aanslagrail (8a) zo ver tot de achter-
kant de denkbeeldige 45°-lijn raakt.
4.
Draai de kartelmoeren (G) weer vast.
11.4.6 Parallelaanslag afstellen (afb. 27)
Als de parallelaanslag (8) met de aanslagrail (8a) niet pa-
rallel ten opzichte van het zaagblad (1) loopt, moet deze
opnieuw worden afgesteld. Ga hierbij als volgt te werk:
1.
Verwijder de zaagbladbescherming (2). (zie 15.4.1)
2.
Stel het zaagblad (1) in op de maximale zaagdiep-
te. (zie 11.2)
3.
Plaats de parallelaanslag (8) zo dat de aanslagrail
(8a) het zaagblad (1) raakt.
4.
Als de aanslagrail (8a) niet op één lijn licht met het
zaagblad (1), draai dan de inbusschroeven (8c) in
de parallelaanslag (8) met een inbussleutel en lijn
de aanslagrail (8a) parallel tot het zaagblad (1) uit.
5.
Draai de inbusschroeven (8c) weer vast.
6.
Plaats de parallelaanslag (8) weer weg van het
zaagblad (1).
11.5 Gebruik van de dwarsaanslag (afb. 23)
Schuif de aanslagrail (19b) niet te ver in de richting van
het zaagblad (1). De afstand tussen aanslagrail (19b)
en zaagblad (1) moet ca. 2 cm bedragen.
11.5.1 Dwarsaanslag instellen (afb. 23)
1.
Bevestig de aanslagrail (19b) op de dwarsaanslag
(19) door de kartelmoeren (19d) aan te halen.
2.
Schuif de dwarsaanslag (19) in een van de twee
geleidingsgroeven van de zaagtafel (5).
3.
Maak de klemgreep (19c) los en draai de dwars-
aanslag (19) tot dat de gewenste hoek is ingesteld.
4.
Draai de klemgreep (19c) weer aan.
5.
Om de dwarsaanslag (19) op de schuifsleden (21)
te bevestigen, haalt u de vleugelmoer dwarsaan-
slag (19f) aan.
11.5.2 Bankschroef op dwasraaanslag gebruiken
(afb. 23)
1.
Steek de bankschroef (19a) op de dwarsaanslag
(19).
2.
Bevestig de bankschroef (19a) op de gewenste
hoogte in, door de vleugelmoer bankschroef (19e)
aan te halen.
www.scheppach.com
NL | 113