6.2. Handmatige reset/herstart
Als de kachel in de vergrendelingsmodus staat, controleer dan de oorzaak van de
vergrendeling en verwijder deze voordat u de kachel opnieuw start. Om te resetten, zet
u de AAN/UIT-schakelaar op 0 en vervolgens weer op I. Bel bij herhaalde storing de
technische dienst. Door aan de regelknop van de thermostaat te draaien, wordt de
kachel NIET gereset.
6.3. UITSCHAKELEN
Zet de schakelaar in de stand "OFF" (O). Haal de stekker uit het stopcontact als het lange
tijd niet wordt gebruikt.
▲ Koppel de kachel nooit los van het elektriciteitsnet om deze tijdens het gebruik te
stoppen. Laat het koelproces altijd doorlopen (20503), anders kan de restwarmte
interne componenten beschadigen.
▲ Dek de kachel niet af. Blokkeer de luchtinlaat en -uitlaat niet.
▲ De uitlaat van de kachel is erg heet tijdens gebruik en na gebruik. Niet aanraken!
Gebruik indien nodig persoonlijke beschermingsmiddelen.
▲ Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen.
▲ Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met
verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens, of gebrek aan ervaring en
kennis.
▲ Trek de stekker uit het stopcontact voordat u deze verplaatst. Trek nooit aan de kabel
om het apparaat los te koppelen of te verplaatsen.
▲ Laat de kachel tijdens gebruik niet onbeheerd achter.
▲ Gebruik het apparaat nooit met natte handen of wanneer de verwarming of het
netsnoer nat is.
▲ Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door de fabrikant,
een servicedienst of een gelijkaardig gekwalificeerd persoon.
7. REINIGING, ONDERHOUD EN OPSLAG
Veeg de behuizing regelmatig af met een zachte spons of doek. Gebruik voor zeer vuile onder-
delen een spons die is bevochtigd met lauw water en een mild schoonmaakmiddel en droog ze
vervolgens af met een schone doek.
Houd de luchtinlaat en ventilator vrij van stof en vuil. Om de binnenste onderdelen schoon te
maken, blaast u voorzichtig perslucht door de luchtinlaat.
Inspecteer de stroomkabel regelmatig: laat deze vervangen door de technische dienst als deze
versleten, gebarsten of beschadigd is.
Voordat u de kachel opbergt, moet u ervoor zorgen dat deze perfect koel en droog is. Bedek
het apparaat met een plastic zak, doe het in de verpakking en bewaar het op een droge,
geventileerde plaats.
▲ Voordat u met onderhoudswerkzaamheden begint, moet u de kachel uitschakelen, de
stekker uit het stopcontact halen en minimaal 15 minuten laten afkoelen.
▲ Voer zelf geen elektrische reparaties uit. Neem contact op met een gekwalificeerde
technicus als de kachel onderhoud of reparatie nodig heeft.
▲ Gebruik een defect apparaat niet tenzij een gekwalificeerde technicus het heeft
geïnspecteerd en gerepareerd.
▲ Zorg er bij het reinigen voor dat er geen water in het apparaat komt.
▲ Open de behuizing niet om de binnenste onderdelen schoon te maken. Spuit geen water in
de kachel.
▲ Gebruik nooit oplosmiddelen, benzine, tolueen en soortgelijke agressieve chemicaliën om de
kachel schoon te maken.
De volgende controles UITSLUITEND DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL worden aanbevolen voor
elk seizoensgebruik:
Mondstuk
Schroef het mondstuk voorzichtig van de mondstukfitting. Blaas perslucht door de mondstukope-
ning om deze van vuil te verwijderen. Vervang het mondstuk indien nodig.
7